...

De radiotherapiebehandeling bestond uit ofwel 55 Gy in 20 dagelijkse sessies gedurende vier weken ofwel 36 Gy in zes wekelijkse sessies gedurende zes weken. De mediane follow-up bedroeg 37 maanden (IQR 24-48). In de controlegroep overleden 391 patiënten (mediane overleving 46 maanden [IQR 27- niet bereikt]; driejaarsoverleving 62%) en in de radiotherapiegroep 370 (mediane overleving 48 maanden [IQR 27- niet bereikt]; driejaarsoverleving 65%). In vergelijking met de controlegroep is er dus geen voordeel wat de algemene overleving betreft in de radiotherapiegroep (gestratificeerde log-rank test p = 0,451; HR 0,92, 95% CI 0,80-1,06; p = 0,266).Bij patiënten met een lage metastaseringsgraad ( = geen viscerale metastasen en minder dan vier botmetastasen) bemerkte men een betere overleving in de radiotherapiegroep (HR 0,68, 95% CI 0,52-0,90; p = 0,007; driejaarsoverleving 73% in de controlegroep versus 81% in de radiotherapiegroep) (interactie p = 0,0098). Dit effect was duidelijk niet aanwezig bij patiënten met hogere metastaseringsgraad (HR 1,.07, 95% CI 0,90 - 1,28; p = 0,420 driejaarsoverleving 54% in de controlegroep versus 53% in de radiotherapiegroep). In de controlegroep noteerde men 758 recidiefvrije overleving events (vooral stijging van de PSA) en bedroeg de mediane recidiefvrije overleving 13 maanden (IQR 6-33) en de recidiefvrije driejaarsoverleving was 23%. In de radiotherapiegroep weerhield men 685 recidiefvrije overlevingsevents, met een mediane recidiefvrije overleving van 17 maanden (IQR 8-53) en een recidiefvrije driejaarsoverleving van 32%. Dit betekent dat de algemene recidiefvrije overleving wel verbetert met radiotherapie (HR 0,76, 95% CI 0,68-0,84; p < 0,0001). Ook hier bemerkt men een verschil tussen de metastaseringsgraad met een meer uitgesproken effect van radiotherapie in de lage metastaseringgroep (HR 0,59, 95% CI 0,49-0,72; p <0,0001) tegenover de hogere metastaseringsgraad (interactie p = 0,002; HR 0,88, 95% CI 0,77-1,01; p = 0,059).De bijwerkingen van radiotherapie waren matig, waarbij slechts 48 (5%) van de 920 patiënten een graad 3- of 4-nevenwerking rapporteerden. 43 (5%) patiënten beschouwden hun acute radiocystitis en 8 (1%) hun acute rectitis als graad 3 of 4. Graad 5-bijwerkingen werden niet weerhouden.Parker, C. C., James, N. D., Brawley, C.D. et al.: Radiotherapy to the primary tumour for newly diagnosed, metastatic prostate cancer (STAMPEDE): a randomized controlled phase 3 trial. Lancet 2018; 392: 2353-66. Published Online October 21, 2018. http://dx.doi.org/10.1016/S0140-6736(18)32486-3.