...

De studie werd uitgevoerd bij 67 patiënten die hadden deelgenomen aan de RATHL-studie, een fase III-studie, waarin alle patiënten eerst een behandeling hadden gekregen met twee cycli van doxorubicine, bleomycine, vinblastine en dacarbazine (ABVD) of AVD. Daarna werd een PET-CT-scan uitgevoerd. De patiënten met een negatieve scan werden verder behandeld met vier cycli van ABVD of AVD (n = 57; 24 ABVD, 33 AVD). De patiënten met een positieve scan werden dan behandeld met vier cycli van bleomycine, etoposide, doxorubicine, cyclofosfamide, vincristine, procarbazine en prednisolon (n = 10; vier BEACOPP-14, zes geëscaleerde BEACOPP). De ovariumfunctie werd geëvalueerd voor de behandeling, tijdens de chemotherapie en vervolgens jaarlijks gedurende drie jaar. De concentratie van antimüllerseganghormoon daalde met beide chemotherapieschema's. Een jaar na de chemotherapie was de concentratie van antimüllerseganghormoon weer gestegen tot een mediane waarde van 10,5 pmol/l in de ABVD-AVD-groep. In de BEACOPP-groep werd weinig herstel gezien (mediane concentratie 0,11 pmol/l. In de ABVD-AVD-groep steeg de concentratie van antimüllerseganghormoon tot 127% van de initiële waarde, een volledig herstel dus, bij de patiënten die jonger waren dan 35 jaar; bij de patiënten van 35 jaar of ouder steeg de concentratie met 37% (p < 0,0001). De percentages waren vergelijkbaar na drie jaar (98% vs. 93%). Het herstel bij de patiënten die BEACOPP hadden gekregen, bedroeg 33% na een jaar en 69% na twee jaar.Anderson RA et al. Determinants of ovarian function after response-adapted therapy in patients with advanced Hodgkin's lymphoma (RATHL): a secondary analysis of a randomised phase 3 trial. The Lancet Oncology 19; 10: 1328-133,2018. https://doi.org/10.1016/S1470-2045(18)30500-X: https://www.thelancet.com/journals/lanonc/article/PIIS1470-2045(18)30500-X/fulltext