...

Ze werden ad random behandeld met ofwel ibrutinib plus obinutuzumab (n = 113) (ibrutinib per os [per os 420 mg 1x/dag continu] in combinatie met obinutuzumab intraveneus [100 mg op dag 1, 900 mg op dag 2, 1.000 mg op dag 8, en 1.000 mg op dag 15 van cyclus 1 en op dag 1 van opeenvolgende 28-daagse cycli voor een totaal van zes cycli] ofwel chloorambucil plus obinutuzumab (n = 116) (chloorambucil per os [0,5 mg/kg lichaamsgewicht op dag 1 en 15 van elke 28-daagse cyclus voor een totaal van zes cycli] in combinatie met hetzelfde obinutuzumabschema).Na een mediane follow-up van 31,3 maanden (IQR 29,4-33,2) bemerkte men een significant langere mediane progressievrije overleving in de groep met ibrutinib plus obinutuzumab (mediane waarde niet bereikt [95% CI 33,6 - niet-schatbaar]) dan in de groep met chloorambucil plus obinutuzumab (19,0 maanden [15,1-22,1]; hazard ratio 0,23; 95% CI 0,15-0,37; p < 0,0001). De geschatte 30-maand progressievrije overleving bedroeg 79% (95% CI 70-85) in de groep met ibrutinib plus obinutuzumab en 31% (23-40) in de groep die met chloorambucil plus obinutuzumab behandeld werd. Deze verschillen zijn nog meer uitgesproken in de hoogrisicopopulatie (patiënten met del17p, del11q, TP53-mutaties, of niet-gemuteerd IGHV). Hier schat men dat na 30 maanden 77% (95% CI 66-86) van de patiënten in de ibrutinib- plus obinutuzumabgroep progressievrij zullen zijn tegenover 16% (8-25) in de chloorambucil- plus obinutuzumabgroep. Een algemene respons werd frequenter bekomen in de ibrutinib- plus obinutuzumabgroep (100 [88%] van de 113 patiënten) dan in de chloorambucil- plus obinutuzumabgroep (85 [73%] van de 116 patiënten) en ook een volledige respons werd frequenter bereikt in de ibrutinib- plus obinutuzumabgroep (22 [19%] van de 113 patiënten) dan in de chloorambucil- plus obinutuzumabgroep (negen [8%] van de 116 patiënten).De meest voorkomende graad 3- of 4-bijwerkingen in beide groepen waren neutropenie en trombocytopenie. Ernstige bijwerkingen traden op bij 65 (58%) van de 113 patiënten behandeld met ibrutinib plus obinutuzumab en 40 (35%) van de 116 patiënten, behandeld met chloorambucil plus obinutuzumab. Overlijdens die gerelateerd waren aan de behandeling met ibrutinib of chloorambucil werden waargenomen bij één (1%) van de 113 patiënten in de ibrutinib plus obinutuzumabgroep (plotse dood) en één (1%) van de 116 patiënten in de chloorambucil- plus obinutuzumabgroep (neuro-endocrien carcinoma van de huid).Moreno, C., Greil, R., Demirkan, F. et all.: Ibrutinib plus obinutuzumab versus chlorambucil plus obinutuzumab in first-line treatment of chronic lymphocytic leukaemia (iLLUMINATE): a multicentre, randomised, open-label, phase 3 trial. Lancet Oncol 2019; 20: 43-56. Published online december 3, 2018. http://dx.doi.org/10.1016/S1470-2045(18)30788-5.