...

Dit is een retrospectieve studie in acht Europese centra waar de test werd uitgevoerd met PD-1/PD-L1-inhibitoren (n=466) versus een controlegroep die uitsluitend chemotherapie kreeg (n=162). De aNLR wordt berekend door het aantal neutrofielen te delen door het aantal leukocyten verminderd met het aantal neutrofielen. Op basis van een aNLR >3 en een LDH >bovengrens van de normale waarde (ULN) deelde de LIPI de patiënten op in een groep met goede (0 factoren), intermediaire (1 factor) en slechte (2 factoren) prognose. Primair eindpunt was algemene overleving (OS), secundair werd ook gekeken naar progressievrije overleving (PFS) en ziektecontrole (DCR). De mediane OS en PFS in de groep met PD-1/PD-L1-inhibitoren was respectievelijk 10 en drie maanden. Een aNLR >3 en een LDH >UNL waren onafhankelijk geassocieerd met OS (HR 2,22 en 2,51). De mediane OS en PFS voor een LIPI overeenkomend met een slechte prognose waren 3 en 2,0 maanden, met een intermediaire prognose 10 en 3,7 maanden en met een goede prognose 34 en 6,3 maanden (telkens p<0,001). Ziektecontrole was eveneens gecorreleerd met aNLR >3 en LDH >ULN. De resultaten waren reproduceerbaar in de groep behandeld met PD-1/PD-L1-inhibitoren, maar niet significant in de chemotherapiegroep. Waaruit de auteurs de hypothese formuleren dat LIPI wel eens nuttig zou kunnen zijn om die patiënten te identificeren die baat hebben bij een behandeling met immune checkpointinhibitoren. Mezquita L et al. Association of the Lung Immune Prognostic Index With Immune Checkpoint Inhibitor Outcomes in Patients With Advanced Non-Small Cell Lung Cancer. JAMA Oncol. Published online January 11, 2018. Doi:10.1001/jamaoncol.2017.4771.