...

In oktober 2017 heeft een groep van de transplantatie-eenheid van het Donald Gordon medisch centrum van de Universiteit van Witwatersrand, Johannesburg, een wel erg speciale transplantatie uitgevoerd. De ontvanger was een kind met een ernstige leverziekte, dat al 181 dagen op een donor wachtte. Het was al meerdere keren in het ziekenhuis opgenomen, telkens met een levensbedreigende aandoening, en zijn gezondheidstoestand bleef maar verslechteren.Bij gebrek aan compatibele donor stelde de moeder van het kind voor om een stuk van haar lever te geven. Maar zij was al meerdere jaren hiv-positief. Ze kreeg een drievoudige antivirale behandeling en daarmee was de virale belasting onmeetbaar laag. Als het kind geen lever zou krijgen, zou het zeker overlijden. Om het leven van het kind te redden, zijn de artsen uiteindelijk ingegaan op het verzoek van de vrouw aangezien het ging om "uitzonderlijke omstandigheden".Dat was echter niet zonder risico. Een seropositieve patiënt met een onmeetbaar lage virale belasting geeft het virus niet door aan een seksuele partner, maar tijdens orgaantransplantatie kunnen cellen die een virusreservoir vormen, wel naar de ontvanger worden overgedragen.Voor de eerste keer ooit heeft een seronegatief kind dus een lever gekregen van een seropositieve moeder. De operatie is met succes verlopen.Gezien het hoge infectierisico verwachtten de artsen het ergste en zijn ze ervan uitgegaan dat het kind geïnfecteerd zou worden. Om dat risico te verkleinen, hebben ze het kind preventief, voor de transplantatie, een antiretrovirale behandeling gegeven, en dat heeft blijkbaar goed gewerkt. Tijdens de eerste weken na de transplantatie werd geen enkel teken van virale infectie waargenomen en het patiëntje is nog altijd hiv-negatief. Het stelt het goed en zijn moeder ook. Daarom heeft het medisch team uiteindelijk beslist op die wereldpremière wereldkundig te maken."Wij denken dat de antiretrovirale behandeling die we aan het kind hebben voorgeschreven, een besmetting met het hiv heeft voorkomen", zei prof. Jean Botha. "Maar dat zullen we pas na verloop van tijd met zekerheid weten", voegde hij eraan toe.Als je zoiets aankondigt, moet je inderdaad voorzichtig zijn. Het risico bestaat immers dat het kind over enkele maanden of jaren toch een hiv-infectie zal oplopen, zoals al is beschreven bij een Amerikaans meisje in 2014. Het meisje was seropositief bij de geboorte in 2010. Binnen 30 uur na de geboorte werd een intensieve behandeling met antiretrovirale middelen gestart. Het meisje werd gedurende 18 maanden behandeld. Bij de latere bloedonderzoeken kon geen hiv worden vastgesteld. De artsen dachten dat het meisje genezen was, maar in juli 2014 hebben de vorsers aangekondigd dat het meisje weer hiv-positief was geworden.De medische groep van de Universiteit van Witwatersrand vindt haar "wereldpremière" nochtans een succes en denkt dat dat nieuwe perspectieven biedt voor patiënten die wanhopig wachten op een orgaan. In voorkomend geval zouden immers ook hiv-seropositieve mensen organen kunnen geven voor transplantatie. Daar zal allicht niet iedereen het mee eens zijn. In sommige landen is het bovendien wettelijk verboden organen te transplanteren van hiv-geïnfecteerde patiënten. (referentie: AIDS, 23 oktober 2018, doi: 10.1097/QAD.0000000000002000, en YouTube-video, 4 oktober 2018)https://journals.lww.com/aidsonline/Fulltext/2018/10230/Living_donor_liver_transplant_from_an_HIV_positive.1.aspxhttps://www.youtube.com/watch?time_continue=31&v=Zm1fMD23-zU