Drie jaar na de dodelijke aanslagen van 22 maart 2016 in Zaventem en Maalbeek wacht een groot deel van de slachtoffers nog steeds op een schadevergoeding. Tot overmaat van ramp werden in januari een aantal autopsieverslagen gestolen. Verder raakte bekend dat het proces over de aanslagen ten vroegste in 2020 plaatsheeft. Vier jaar na de feiten dus. Tot slot en ondanks een KCE-rapport uit 2017 zijn er nog steeds geen accrediteringsnormen voor traumacentra.
Snelheid van handelen is nooit het sterkste punt van ons land geweest, de gezondheidszorg kan ervan meespreken. De ingewikkelde staatsstructuur zit daar uiteraard voor iets tussen. Experts van de Verenigde Naties kwamen recent ook een kijkje nemen in ons land en waren van oordeel dat de slachtoffers te weinig psychologische en medische ondersteuning kregen.
De VN zijn dus kritisch. Al geeft het rapport ook wel goede punten. Het is inderdaad niet al kommer en kwel. Er gebeurt ook wel iets. Dat nog niet alle schade vergoed is, is verklaarbaar, vinden de verzekeringsmaatschappijen.
Ze hebben een punt. Best mogelijk immers dat drie jaar na datum de volledige omvang van de menselijke schade nog niet helemaal zichtbaar is. Daarom ook is het positief dat de slachtoffers de gelegenheid krijgen om hun eigen dossier in te kijken.
Best mogelijk dat drie jaar na datum de volledige omvang van de menselijke schade nog niet helemaal zichtbaar is
Eveneens bemoedigend is het wetgevend initiatief om hen sneller te helpen en hen beter te begeleiden doorheen de administratieve doolhof bij de aangifte van schade. Bijna een jaar geleden ook voerde men aanpassingen door aan het medisch interventieplan. Dat laat de psychologische begeleiding en de coördinatie tussen de hulpdiensten beter verlopen.
Maar toch. In een land waar het overheidsbeslag rond de 50% draait, zou er voldoende budget voorhanden moeten zijn om meer en beter te doen. Wat minder gespin en wat meer dadendrang mogen we toch wel verwachten. Dat klinkt populistisch, ver bezijden de waarheid is het niet.
Snelheid van handelen is nooit het sterkste punt van ons land geweest, de gezondheidszorg kan ervan meespreken. De ingewikkelde staatsstructuur zit daar uiteraard voor iets tussen. Experts van de Verenigde Naties kwamen recent ook een kijkje nemen in ons land en waren van oordeel dat de slachtoffers te weinig psychologische en medische ondersteuning kregen.De VN zijn dus kritisch. Al geeft het rapport ook wel goede punten. Het is inderdaad niet al kommer en kwel. Er gebeurt ook wel iets. Dat nog niet alle schade vergoed is, is verklaarbaar, vinden de verzekeringsmaatschappijen.Ze hebben een punt. Best mogelijk immers dat drie jaar na datum de volledige omvang van de menselijke schade nog niet helemaal zichtbaar is. Daarom ook is het positief dat de slachtoffers de gelegenheid krijgen om hun eigen dossier in te kijken.Eveneens bemoedigend is het wetgevend initiatief om hen sneller te helpen en hen beter te begeleiden doorheen de administratieve doolhof bij de aangifte van schade. Bijna een jaar geleden ook voerde men aanpassingen door aan het medisch interventieplan. Dat laat de psychologische begeleiding en de coördinatie tussen de hulpdiensten beter verlopen.Maar toch. In een land waar het overheidsbeslag rond de 50% draait, zou er voldoende budget voorhanden moeten zijn om meer en beter te doen. Wat minder gespin en wat meer dadendrang mogen we toch wel verwachten. Dat klinkt populistisch, ver bezijden de waarheid is het niet.