...

Neoadjuvante ChemoRadioTherapie werd toegediend aan 353 patiënten (de 'nCRT + chirurgie'-groep) en 180 patiënten werden enkel behandeld met chirurgie (de louter chirurgiegroep). Vermits er verschillen in baseline waren tussen de groep met nCRT + chirurgie en de chirurgiegroep (patiënten in de chirurgiegroep waren ouder en deze van de 'nCRT + chirurgie'-groep werden meer frequent behandeld gedurende de laatste jaren van de studie en in centra met meer chirurgische ervaring) werd er een propensity score matching uitgevoerd en bleven er 78 patiënten in elke groep over om te vergelijken.De accuraatheid van de klinische stadiëring werd verzekerd door gebruik te maken van het resectiestuk als gouden standaard. In de originele cohorte werd een microscopisch radicale resectie bekomen bij 344 (98%) patiënten in de 'nCRT + chirurgie'-groep, en bij 158 (88%) patiënten in de chirurgiegroep (p < 0,001).Na propensity score matching bleef de 'nCRT + chirurgie'-groep geassocieerd met hogere microscopisch radicale resectieverhoudingen in vergelijking met de chirurgiegroep (99% [n = 77] vs. 89% [n = 69] p = 0,031, respectievelijk).In de originele cohorte bedroeg de mortaliteit, 90 dagen na de oesofagectomie, 2% (n = 7) in de 'nCRT + chirurgie'-groep, en 9% (n = 17) in de chirurgiegroep (p < 0,001). Na propensity score matching was er geen statistisch significant verschil meer in de totale mortaliteit na 90 dagen tussen de 'nCRT + chirurgie'-groep en de chirurgiegroep (4% [n = 3] vs. 10% [n = 8], p = 0,132, respectievelijk).In de originele cohorte was de mediane follow-up van alle patiënten 32,6 maanden [range 0 - 141]. De algemene 1-, 3-, en 5-jaarsoverlevingspercentages bedroegen 86%, 62%, en 48% in de 'nCRT + chirurgie'-groep en 76%, 51% en 35% in de chirurgiegroep (log-rank test p = 0,001). Na propensity score matching was de mediane follow-up van alle patiënten 40,4 maanden [range 0-133]. De algemene 1-, 3-, en 5-jaarsoverlevingspercentages waren 91%, 62%, en 46% in de 'nCRT + chirurgie'-groep en 74%, 51% en 33% in de chirurgiegroep (log-rank test p = 0,017). Een subgroepanalyse toonde bovendien aan dat bij patiënten met adenocarcinoma, nCRT significant meer geassocieerd was met een verbeterde overleving in vergelijking met de chirurgiegroep (log-rank test p = 0,019). Vergeleken met de chirurgiegroep is neoadjuvante chemoradiotherapie geassocieerd met een hogere radicaal resectiepercentage (99% versus 89%, p = 0,031) en een verbeterde algemene overleving na vijf jaar (46% versus 33%, p = 0,017).Goense, L., Visser, E., Mohammad, N. H. et al.: Role of neoadjuvant chemoradiotherapy in clinical T2N0M0 esophageal cancer: A population-based cohort study. European Journal of Surgical Oncology 44 (2018) 620- 625. https://doi.org/10.1016/j.ejso.2018.02.005.