...

Opioïden worden vaak aan patiënten gegeven om de pijn na een chirurgische ingreep te verlichten. In de klinische richtlijnen wordt aanbevolen om slechts lage doses gedurende korte tijd te gebruiken. Hoofdreden is dat opioïden verslavend zijn als ze gedurende langere tijd worden genomen.Tegelijkertijd neemt echter wereldwijd het misbruik van deze verdovende stoffen toe. Medische over-prescriptie wordt door sommigen beschouwd als een van de factoren die daaraan bijdragen. Dat was de reden waarom Gabriel Brat en medewerkers van de Harvard Medical School in Boston op zoek gingen naar het verband tussen de voorschrijfpraktijk voor pijnstilling na chirurgische interventies door Amerikaanse artsen en de mogelijk resulterende verslaving aan opioïden nadien.De Harvard onderzoekers vertrokken van één miljoen patiënten die in een Amerikaans ziekenhuis een routineoperatie ondergingen en die in hun leven nog nooit opiumderivaten hadden gebruikt. Aan 56% van deze patiënten werd in de eerste drie dagen na het ziekenhuisontslag een voorschrift verstrekt voor een opioïde. In een periode van 2,5 jaar na het ziekenhuisontslag werd opioïde-misbruik vastgesteld bij een kleine 6.000 patiënten (of 183 per 100.000 persoonsjaren)."In het algemeen valt het met dat misbruik en die verslaving dus nogal mee", schrijft Daniel Brat in de BMJ, "maar er is wel een sterke associatie tussen de verslaving en de duur van de behandeling. Voor elke verlenging van de pijnstilling met een opioïde - met andere woorden per nieuw voorschrift - stijgt op lange termijn de kans op misbruik of verslaving met 44%. Of nog: voor elke extra week pijnstilling gaat het risico met 20% omhoog." Een gelijkaardige associatie wordt niet gevonden met de hoogte van de dosis die wordt voorgeschreven. Zelfs hoge dosissen leiden in het onderzoek tot nauwelijks verhoogde kans op opioïdemisbruik op langere termijn.De onderzoekers suggereren dan ook dat het geven van gematigde tot hogere doses opioïden, voor een kortere duur, een effectievere manier is om de pijn na een operatie beheersbaar te houden, zonder het risico op misbruik en verslaving te verhogen. Toch zijn ze terughoudend om dit nu al als een praktijkaanbeveling mee te geven. Hun conclusies zijn immers gebaseerd op een - weliswaar erg grote - retrospectieve, observationele studie, maar niet op een interventiestudie. In observatiestudies worden wel verbanden gelegd, maar zijn oorzaak en gevolg moeilijk te achterhalen. Pas na een goed opgezette interventiestudie is er écht voldoende evidentie voor onderbouwde praktijkaanpassingen, menen ze.