...

BPH is een aandoening waarmee heel wat senioren te kampen hebben. Bij zestigers schat men de prevalentie op 10 à 20%. Ze stijgt tot 30% bij zeventigers en boven de 80 heeft ongeveer de helft van de mannen er last van. BPH wordt gekenmerkt door celproliferatie in de klier zelf. Het precieze ontstaansmechanisme is nog niet volledig opgehelderd, maar een wisselwerking tussen hormonale en enzymatische factoren, net als bepaalde voedingselementen zouden aan de basis liggen van de hyperplasie.Tot een tiental jaar geleden kwam de aandoening enkel in aanmerking voor een heelkundige ingreep, waarbij de transurethrale resectie (TUR) vandaag de standaardprocedure is. Sinds eind vorige eeuw kwamen echter ook geneesmiddelen op de markt die de patiënt soelaas bieden.Dr. Dekuyper, welke zijn de meest gangbare geneesmiddelen die bij BPH worden voorgeschreven?We moeten een onderscheid maken tussen alfa1-blokkers, zoals tamsulosine, alfuzosine, silodosine en terazosine, en de 5alfa-reductase-inhibitoren, zoals finasteride en dutasteride. De eerste groep heeft een relaxerend effect op de gladde spiercellen ter hoogte van de blaashals en prostatische urethra, zodat de blaaslediging minder weerstand ondervindt. Let wel, die geneesmiddelen hebben geen invloed op het prostaatvolume als zodanig en zijn dus louter symptomatisch. De tweede groep daarentegen heeft wel een volumever-minderend effect op de prostaat, door zijn actie op het testosteronmetabolisme. Ten slotte zijn er ook preparaten die een combinatie aanbieden van beide producten.Welke resultaten mag men er van verwachten en welke zijn uw ervaringen met die geneesmiddelen?Ze hebben een duidelijk symptomatisch effect op de LUTS-klachten van de patiënt. Dat wordt duidelijk geobjectiveerd aan de hand van de IPSS (International Prostate Symptom Score). Die score wordt bepaald door de antwoorden op een reeks vragen op het vlak van plasfrequentie, plasvolume, postmictionele klachten en bijhorende symptomen. Die klachten kunnen twee verschillende vormen aannemen. Enerzijds heb je de obstructieve symptomen, zoals een moeilijke start bij het plassen, een zwakke urinestraal, postmictioneel residu, en in het slechtste geval een acute retentie. Anderzijds heb je de irritatieve vorm, waarbij als gevolg van de nauwere doorgang de blaasmusculatuur sterker ontwikkeld is, met frequente en dringende noodzaak tot plassen van kleinere volumes, zowel 's nachts als overdag.Het resultaat is wel afhankelijk van het type hyperplasie. Bij een gelijkmatige en nog niet te uitgesproken prostaatvergroting slaat de behandeling beter aan dan bij een sterk gelokaliseerde hypertrofie ter hoogte van de prostaaturethra. Voor die gevallen zal men sneller tot chirurgie moeten overgaan.Kan men bij een uitgesproken prostaathyperplasie nog resultaten bekomen?Bij grotere volumes (? 30 ml) is men eerder aangewezen op 5alfa-reductase-inhibitoren, omdat die wel een invloed hebben op de prostaat zelf, door omzetting van testosteron tot dihydrotestosteron. Door hun hormonale werking is er wel een hoger risico op anti-androgene bijwerkingen, zoals een verminderd libido en impotentie. Volgens een aantal studies zouden er met die medicatie ook minder, maar wel agressievere prostaatkankers optreden, terwijl andere studies dan weer het verschil niet konden aantonen. Regelmatige controle op dat vlak is dus zeker aangewezen. Belangrijk om weten is dat ze ook door een louter biochemisch effect de PSA-spiegel halveren. Bij screening van prostaatneo moet men daar dus rekening mee houden. Anderzijds mogen we niet vergeten dat de PSA-spiegel verhoogt naarmate de prostaat bij BHP groter wordt.Zijn de bijwerkingen van alfa1-blokkers minder belangrijk?Door hun werking op de gladde spiercellen is de belangrijkste bijwerking van die producten het risico op orthostatische hypotensie, vooral wanneer de patiënt al onder antihypertensieve behandeling staat, wat bij senioren nogal frequent is. Daarom wordt aangeraden om de medicatie 's avonds in te nemen en de patiënt toch te verwittigen dat hij bij nachtelijk gebruik van het toilet niet te snel mag opstaan.Daarnaast is retrograde ejaculatie of droog orgasme eveneens een mogelijke bijwerking waarover de patiënt moet worden voorgelicht. Door ontspanning van de blaashals zoekt het ejaculaat immers de weg van de minste weerstand en komt zo in de blaas terecht. Aangezien fertiliteit en kinderwens bij deze patiëntenpopulatie eerder zeldzaam zijn, is het effect van de bijwerking vooral psychologisch.Indien je een combinatiepreparaat voorschrijft, dan werk je uiteraard op twee verschillende niveaus, en combineer je ook de bijwerkingen van de twee producten.Kan een combinatie van geneesmiddelen voor BHP met PDE5-remmers voor problemen zorgen?Aangezien het meestal over senioren gaat, worden deze geneesmiddelen wel vaker geassocieerd. Er zijn geen argumenten om de combinatie af te raden.De diverse PDE-inhibitoren (avanafil, sildenafil, tadalafil, vardenafil) zijn even doeltreffend, maar verschillen vooral in werkingstijd en -duur. Zo werkt avanafil sneller, terwijl tadalafil veel langer tot erectie kan leiden en ook tegelijkertijd de LUTS-klachten vermindert. Maar dan moet het product wel, in kleine dosis, dagelijks worden ingenomen om een constante bloedspiegel aan te houden.Hebben 'natuurlijke' producten een plaats in de behandeling van BHP?Producten op basis van bijvoorbeeld Serenoa repens-extract hebben waarschijnlijk geen superioriteit ten opzichte van placebo, zeker niet bij meer uitgesproken klachten.Hoe lang mogen de patiënten resultaten verwachten van medicatie voor BHP?Beide groepen geneesmiddelen hebben een bewezen efficiëntie. Hun werking werd geobjectiveerd aan de hand van uroflowmetrie en het risico op acute retentie is er duidelijk lager mee. Hoe lang ze doeltreffend blijven varieert naargelang de snelheid waarmee de prostaat groeit en de anatomische lokalisatie van de hyperplasie. Die factoren zijn verschillend van patiënt tot patiënt. In de meeste gevallen kan het resultaat gedurende enkele jaren worden gegarandeerd.