TRAUMAFUF is een Frans retrospectief onderzoek dat de epidemiologie, de demografische kenmerken en de kenmerken van het trauma heeft onderzocht gedurende meer dan tien jaar. De studie werd uitgevoerd bij alle patiënten die tussen 2005-2015 in 20 ziekenhuizen waren behandeld wegens een niet-iatrogeen niertrauma. In het totaal ging het om 1.799 patiënten (1.431 mannen en 268 vrouwen) van gemiddeld 33,7 ± 19,1 jaar. 15% van de patiënten met een niertrauma was jonger dan 17 jaar en 9% jonger dan 15 jaar.

Bij kinderen met een niertrauma ging het minder vaak om een polytrauma en die kinderen vertoonden ook minder vaak hemodynamische instabiliteit, maar verder was er geen significant verschil in de ernst van het trauma, de urologische aanpak, de morbiditeit en de mortaliteit tussen kinderen en volwassenen (PM Patard et al. Poster Session 11 # 134).

In een derde van de gevallen ging het om een hooggradig niertrauma (AAST-graad > 3). In 95% van de gevallen ging het om een niet-penetrerend trauma. De frequentste twee omstandigheden die hebben geleid tot het niertrauma, waren verkeersongevallen (42%) en sporten (27%).

De helft van de patiënten vertoonde een macroscopische hematurie en 47% van de patiënten vertoonde tevens viscerale letsels. Van de patiënten was 85% bij opname hemodynamisch stabiel.

Meer dan 80% van de patiënten werd conservatief behandeld. Dat een conservatief beleid gewettigd is, ook bij hooggradige niertraumata, werd bevestigd door een systematisch literatuuroverzicht dat in Kopenhagen werd gepresenteerd (zie kader).

Primum non nocere

Een meta-analyse van zeven niet-gerandomiseerde studies met in het totaal 787 patiënten die een conservatieve niet-chirurgische behandeling (n = 535) hebben vergeleken met open chirurgie (n = 252), leert dat een conservatief niet-chirurgisch beleid bij stabiele patiënten met een niertrauma graad IV of V betere resultaten geeft dan een heelkundige interventie: hoger percentage behoud van de nier, minder lang ziekenhuisverblijf en niet meer complicaties. Ook de totale sterfte was lager met een conservatief beleid, maar het sterftecijfer is waarschijnlijk vertekend door een selectiebias (bij zwaar zieke, minder stabiele patiënten zal gemakkelijker worden overgegaan tot chirurgie).

Naar A Sujenthiran et al. Expert-Guided Poster Tour 1 #PT013

Bij multivariate analyse correleerden de AAST-graad van nierfractuur (p < 0,0001) en hematurie bij opname (p = 0,02) significant met een mislukking. Patiënten die conservatief worden behandeld, moeten dus nauwgezet worden gevolgd (T Caes et al. Poster Session 11 # 129).

In een studie bij 268 patiënten met een urinelek op de eerste CT-scan werden er 199 conservatief behandeld. Bij 69 patiënten werd snel (binnen 48 uur na opname) een ureterstent geplaatst voor drainage van de hoge urinewegen. Desalniettemin vertoonden elf van de 39 patiënten (28%) bij wie een tweede CT-scan werd uitgevoerd, nog altijd een urinelek. Dat percentage was 36% in de conservatief behandelde groep. Uiteindelijk had 87% van de conservatief behandelde patiënten geen drainage nodig. Dat alles wijst erop dat klinische en radiologische bewaking waarschijnlijk volstaat en zeker minder invasief is, terwijl de morbiditeit en de mortaliteit dezelfde zijn (A Chebbi et al. Poster Session 11 # 127). Deze abstract heeft trouwens de eerste prijs van de EAU gekregen in de categorie niet-oncologische studies.

Bij patiënten met een niertrauma wordt systematisch een nieuw beeldvormingsonderzoek uitgevoerd na een tiental dagen. De TRAUMAFUF-studie leert dat dit slechts bij 5% van de asymptomatische patiënten resulteert in een wijziging van het therapeutische beleid. Je mag dan ook stellen dat een controlebeeldvormingsonderzoek enkel geïndiceerd is bij symptomatische patiënten die blijven bloeden, die een urinelek hadden op de eerste CT-scan en die een risico lopen op vorming van pseudoaneurysmata (R Betari et al. Poster Session 11 # 128).

In een studie bij 453 patiënten met een niertrauma AAST-graad > 3 werd bij 34 patiënten dringend een nefrectomie uitgevoerd. Factoren die significant correleerden met een noodzaak tot dringende nefrectomie waren begeleidende viscerale letsels, macroscopische hematurie en een graad 5-nierfractuur. De sterfte bij de patiënten bij wie een dringende nefrectomie diende te worden uitgevoerd, was 30% (S Bergerat et al. Poster Session 11 # 133).

De prognose was goed bij niertraumata AAST-graad ≤ 3 zonder begeleidende viscerale of botletsels en met een hemoglobinegehalte ≥ 10 g/dl. Het risico op latere complicaties was niet hoog en sommige patiënten konden het ziekenhuis al binnen 48 uur verlaten (L Freton et al. Expert-guided poster tour 2 #PT032).

En als ze het ziekenhuis nog niet kunnen verlaten, kunnen ze waarschijnlijk binnen 24 uur worden gemobiliseerd, dus sneller dan wat gewoonlijk wordt gedaan. Vroege mobilisering blijkt het risico dat toch nog moet worden overgegaan tot chirurgie, interventionele radiologie of bloedtransfusie, niet te verhogen en resulteert in een sneller herstel van de darmtransit en een korter ziekenhuisverblijf (B Peyronnet et al. Poster Session 11 # 131).

Dr. Jean-Claude Lemaire live van het EAU2018 Kopenhagen 16-20 maart

TRAUMAFUF is een Frans retrospectief onderzoek dat de epidemiologie, de demografische kenmerken en de kenmerken van het trauma heeft onderzocht gedurende meer dan tien jaar. De studie werd uitgevoerd bij alle patiënten die tussen 2005-2015 in 20 ziekenhuizen waren behandeld wegens een niet-iatrogeen niertrauma. In het totaal ging het om 1.799 patiënten (1.431 mannen en 268 vrouwen) van gemiddeld 33,7 ± 19,1 jaar. 15% van de patiënten met een niertrauma was jonger dan 17 jaar en 9% jonger dan 15 jaar.Bij kinderen met een niertrauma ging het minder vaak om een polytrauma en die kinderen vertoonden ook minder vaak hemodynamische instabiliteit, maar verder was er geen significant verschil in de ernst van het trauma, de urologische aanpak, de morbiditeit en de mortaliteit tussen kinderen en volwassenen (PM Patard et al. Poster Session 11 # 134).In een derde van de gevallen ging het om een hooggradig niertrauma (AAST-graad > 3). In 95% van de gevallen ging het om een niet-penetrerend trauma. De frequentste twee omstandigheden die hebben geleid tot het niertrauma, waren verkeersongevallen (42%) en sporten (27%).De helft van de patiënten vertoonde een macroscopische hematurie en 47% van de patiënten vertoonde tevens viscerale letsels. Van de patiënten was 85% bij opname hemodynamisch stabiel.Meer dan 80% van de patiënten werd conservatief behandeld. Dat een conservatief beleid gewettigd is, ook bij hooggradige niertraumata, werd bevestigd door een systematisch literatuuroverzicht dat in Kopenhagen werd gepresenteerd (zie kader).Bij multivariate analyse correleerden de AAST-graad van nierfractuur (p < 0,0001) en hematurie bij opname (p = 0,02) significant met een mislukking. Patiënten die conservatief worden behandeld, moeten dus nauwgezet worden gevolgd (T Caes et al. Poster Session 11 # 129).In een studie bij 268 patiënten met een urinelek op de eerste CT-scan werden er 199 conservatief behandeld. Bij 69 patiënten werd snel (binnen 48 uur na opname) een ureterstent geplaatst voor drainage van de hoge urinewegen. Desalniettemin vertoonden elf van de 39 patiënten (28%) bij wie een tweede CT-scan werd uitgevoerd, nog altijd een urinelek. Dat percentage was 36% in de conservatief behandelde groep. Uiteindelijk had 87% van de conservatief behandelde patiënten geen drainage nodig. Dat alles wijst erop dat klinische en radiologische bewaking waarschijnlijk volstaat en zeker minder invasief is, terwijl de morbiditeit en de mortaliteit dezelfde zijn (A Chebbi et al. Poster Session 11 # 127). Deze abstract heeft trouwens de eerste prijs van de EAU gekregen in de categorie niet-oncologische studies.Bij patiënten met een niertrauma wordt systematisch een nieuw beeldvormingsonderzoek uitgevoerd na een tiental dagen. De TRAUMAFUF-studie leert dat dit slechts bij 5% van de asymptomatische patiënten resulteert in een wijziging van het therapeutische beleid. Je mag dan ook stellen dat een controlebeeldvormingsonderzoek enkel geïndiceerd is bij symptomatische patiënten die blijven bloeden, die een urinelek hadden op de eerste CT-scan en die een risico lopen op vorming van pseudoaneurysmata (R Betari et al. Poster Session 11 # 128).In een studie bij 453 patiënten met een niertrauma AAST-graad > 3 werd bij 34 patiënten dringend een nefrectomie uitgevoerd. Factoren die significant correleerden met een noodzaak tot dringende nefrectomie waren begeleidende viscerale letsels, macroscopische hematurie en een graad 5-nierfractuur. De sterfte bij de patiënten bij wie een dringende nefrectomie diende te worden uitgevoerd, was 30% (S Bergerat et al. Poster Session 11 # 133).De prognose was goed bij niertraumata AAST-graad ≤ 3 zonder begeleidende viscerale of botletsels en met een hemoglobinegehalte ≥ 10 g/dl. Het risico op latere complicaties was niet hoog en sommige patiënten konden het ziekenhuis al binnen 48 uur verlaten (L Freton et al. Expert-guided poster tour 2 #PT032).En als ze het ziekenhuis nog niet kunnen verlaten, kunnen ze waarschijnlijk binnen 24 uur worden gemobiliseerd, dus sneller dan wat gewoonlijk wordt gedaan. Vroege mobilisering blijkt het risico dat toch nog moet worden overgegaan tot chirurgie, interventionele radiologie of bloedtransfusie, niet te verhogen en resulteert in een sneller herstel van de darmtransit en een korter ziekenhuisverblijf (B Peyronnet et al. Poster Session 11 # 131).Dr. Jean-Claude Lemaire live van het EAU2018 Kopenhagen 16-20 maart