Meteen een spiraaltje plaatsen na een abortus is gewettigd aangezien er zeer snel een nieuwe zwangerschap kan optreden (de vrouw kan weer vruchtbaar zijn vanaf het begin van de derde week) en aangezien een nieuwe ongewenste zwangerschap een risico op een latere abortus inhoudt. De vrouwen die het hoogste risico lopen, zijn jonge vrouwen, vrouwen die al een abortus hebben laten plegen, vrouwen die al meerdere kinderen hebben, en vrouwen die het slachtoffer zijn van huiselijk geweld.

De keuze van de contraceptie hangt uiteraard af van meerdere factoren waaronder de vruchtbaarheid, de frequentie van geslachtsgemeenschap en een subjectieve appreciatie van de therapietrouw ten aanzien van de gekozen methode. Al die elementen kunnen invloed hebben op de effectiviteit van de contraceptie. Meerdere studies uitgevoerd in verschillende streken van de wereld hebben de effectiviteit aangetoond van duurzame, reversibele voorbehoedmiddelen (LARC, Long-Acting Reversible Contraceptive) en vooral dan een intra-uterien device (koper- of levonorgestrelspiraaltje). Het is bewezen dat de incidentie van latere abortussen dan met ongeveer 60-70% daalt.

Onmiddellijk na de abortus of later ?

De balans helt duidelijk over in het voordeel van onmiddellijke plaatsing. Als het spiraaltje niet onmiddellijk wordt geplaatst, komt het er immers vaak niet van.

Meerdere studies hebben aangetoond dat onmiddellijke plaatsing van een spiraaltje mogelijk, veilig en effectief is. De studies hebben ook het risico op uitdrijving geëvalueerd. Als je weet dat een spiraaltje de beste kosten-effectiviteitverhouding heeft, begrijp je waarom de WGO zonder restrictie een spiraaltje aanraadt bij alle vrouwen bij wie de zwangerschap wordt afgebroken in het eerste trimester.

Voor alle types abortus

Een abortus provocatus gebeurt nu meestal met medische middelen. De groep van Oskar Heikinheimo heeft de effectiviteit van onmiddellijke plaatsing van een levonorgestrelspiraaltje in die situatie aangetoond. Onmiddellijke plaatsing (binnen drie dagen) is vaker effectief dan een uitgestelde plaatsing (na twee tot vier weken) (96% versus 85%). Het spiraaltje zal dan ook vaker op lange termijn worden gebruikt (na een jaar respectievelijk 62% en 40%) en de incidentie van een nieuwe zwangerschap is dan lager (5% versus 12%). Het percentage (volledige of gedeeltelijke) expulsie na drie maanden is echter hoger (21% versus 4%). Er is geen significant verschil in de incidentie en de ernst van bloedingen tussen de twee benaderingen.

Volgens de spreker zouden de sowieso al opmerkelijke resultaten nog kunnen worden verbeterd door zich te focussen op de jongste vrouwen (die het vruchtbaarst zijn) en door ervoor te zorgen dat contraceptie integraal deel uitmaakt van de zorg na een abortus, d.w.z. systematisch uitleg geven en voorstellen aan de vrouwen en, waarom niet, gratis geven aan de vrouwen die het hoogste risico lopen.

Meteen een spiraaltje plaatsen na een abortus is gewettigd aangezien er zeer snel een nieuwe zwangerschap kan optreden (de vrouw kan weer vruchtbaar zijn vanaf het begin van de derde week) en aangezien een nieuwe ongewenste zwangerschap een risico op een latere abortus inhoudt. De vrouwen die het hoogste risico lopen, zijn jonge vrouwen, vrouwen die al een abortus hebben laten plegen, vrouwen die al meerdere kinderen hebben, en vrouwen die het slachtoffer zijn van huiselijk geweld.De keuze van de contraceptie hangt uiteraard af van meerdere factoren waaronder de vruchtbaarheid, de frequentie van geslachtsgemeenschap en een subjectieve appreciatie van de therapietrouw ten aanzien van de gekozen methode. Al die elementen kunnen invloed hebben op de effectiviteit van de contraceptie. Meerdere studies uitgevoerd in verschillende streken van de wereld hebben de effectiviteit aangetoond van duurzame, reversibele voorbehoedmiddelen (LARC, Long-Acting Reversible Contraceptive) en vooral dan een intra-uterien device (koper- of levonorgestrelspiraaltje). Het is bewezen dat de incidentie van latere abortussen dan met ongeveer 60-70% daalt.Onmiddellijk na de abortus of later ?De balans helt duidelijk over in het voordeel van onmiddellijke plaatsing. Als het spiraaltje niet onmiddellijk wordt geplaatst, komt het er immers vaak niet van.Meerdere studies hebben aangetoond dat onmiddellijke plaatsing van een spiraaltje mogelijk, veilig en effectief is. De studies hebben ook het risico op uitdrijving geëvalueerd. Als je weet dat een spiraaltje de beste kosten-effectiviteitverhouding heeft, begrijp je waarom de WGO zonder restrictie een spiraaltje aanraadt bij alle vrouwen bij wie de zwangerschap wordt afgebroken in het eerste trimester.Voor alle types abortusEen abortus provocatus gebeurt nu meestal met medische middelen. De groep van Oskar Heikinheimo heeft de effectiviteit van onmiddellijke plaatsing van een levonorgestrelspiraaltje in die situatie aangetoond. Onmiddellijke plaatsing (binnen drie dagen) is vaker effectief dan een uitgestelde plaatsing (na twee tot vier weken) (96% versus 85%). Het spiraaltje zal dan ook vaker op lange termijn worden gebruikt (na een jaar respectievelijk 62% en 40%) en de incidentie van een nieuwe zwangerschap is dan lager (5% versus 12%). Het percentage (volledige of gedeeltelijke) expulsie na drie maanden is echter hoger (21% versus 4%). Er is geen significant verschil in de incidentie en de ernst van bloedingen tussen de twee benaderingen.Volgens de spreker zouden de sowieso al opmerkelijke resultaten nog kunnen worden verbeterd door zich te focussen op de jongste vrouwen (die het vruchtbaarst zijn) en door ervoor te zorgen dat contraceptie integraal deel uitmaakt van de zorg na een abortus, d.w.z. systematisch uitleg geven en voorstellen aan de vrouwen en, waarom niet, gratis geven aan de vrouwen die het hoogste risico lopen.