...

De concentraties van elf families van boom- en plantenpollen en van twee schimmelsporen werden over de periode 2008-2013 dagelijks in reeksen over de tijd opgetekend. Hospitalisaties voor astma werden uit administratieve databanken gehaald. De effecten tot zes dagen na de blootstelling werden nagetrokken, mits correcties voor seizoensgebonden en langetermijntrends, dag van de week, wettelijke feestdagen, gemiddelde temperatuur en relatieve luchtvochtigheid. De auteurs stelden een significante toename vast in het aantal hospitalisaties voor astma bij een interkwartiele toename van de pollenconcentraties van grassen (5,9%), berk (3,2%) en haagbeuk (3,2%). In het geval van grassen was het hospitalisatierisico groter bij min 60-jarigen. Luchtvervuilers (PM10 en ozon) hadden ook een impact op de verbanden: het hospitalisatierisico bij grassen- en berkenpollen was groter bij respectievelijk hogere PM10- en ozonconcentraties. De meeste levensbedreigende toestanden kunnen theoretisch worden vermeden door een betere diagnose en management en gerichte communicaties over de toestand van de aeroallergenen en luchtvervuilende stoffen. Guilbert A et al. Relationships between aeroallergen levels and hospital admissions for asthma in the Brussels-Capital Region: a daily time series analysis. Environ Health 2018;17:35. Published online 2018 Apr 11. Doi: 10.1186/s12940-018-0378-x.