...

Proteaseremmers: nog niet afgeschrevenIntegraseremmers worden almaar belangrijker bij de behandeling van hiv, dat staat buiten kijf, maar proteaseremmers in combinatie met ritonavir blijven belangrijk en zijn nog altijd actueel. Lopinavir, atazanavir en darunavir blijven interessante opties bij de behandeling van hiv-geïnfecteerde patiënten hetzij als alternatief in geval van bijvoorbeeld contra-indicaties of intolerantie of als tweedelijnstherapie na virologische mislukking. Maar niet alleen in die situaties. Volgens de richtlijnen van de EACS (European AIDS Clinical Society) van 2017 wordt darunavir/ritonavir ook als eerstelijnstherapie aangeraden bij patiënten bij wie pas een diagnose van hiv-infectie wordt gesteld.Virologische werkzaamheid op lange termijnAntiretrovirale geneesmiddelen worden levenslang ingenomen. Daarbij wordt gestreefd naar een onmeetbaar lage virale belasting op zeer lange termijn. Zijn de drie proteaseremmers virologisch even effectief op lange termijn? Dat zijn belangrijke vragen in de dagelijkse klinische praktijk. Om die vragen te beantwoorden, hebben de onderzoekers van de EuroSIDA-studie 5.678 patiënten gerekruteerd die tussen 2000 en 2013 een behandeling waren gestart met atazanavir/ritonavir (ATZ/r), darunavir/ritonavir (DRV/r) of lopinavir/ritonavir (LPV/r). De patiënten werden in drie groepen ingedeeld: patiënten die nog geen antiretrovirale middelen hadden gekregen (8%); patiënten die al een behandeling hadden gekregen en die werden overgeschakeld op een proteaseremmer met ritonavirbooster en een virale belasting hadden van hoogstens 500 kopieën/ml (44%); en patiënten die al een behandeling hadden gekregen en die werden overgeschakeld op een proteaseremmer met ritonavirbooster en een virale belasting hadden van meer dan 500 kopieën/ml (48%). De eindpunten waren de tijd tot vaststelling van een virologische mislukking en een samengesteld eindpunt van virologische mislukking en/of onderbreking van de behandeling. Verschillen waar je rekening mee moet houdenDe resultaten verschillen wat naargelang de groep. Bij de patiënten die nog geen behandeling hadden gekregen, was het risico op virologische mislukking vergelijkbaar met de drie gebooste proteaseremmers. Het risico op onderbreking van de behandeling ongeacht de reden was echter lager bij de patiënten die werden behandeld met darunavir/ritonavir. In de twee groepen die al een behandeling hadden gekregen, was zowel het risico op virologische mislukking als het risico op onderbreking van de behandeling wegens toxiciteit of een andere reden lager met darunavir/ritonavir dan met de twee andere schema's. Ref.: Santos JR et al. HIV Medicine, online gepubliceerd voor de papieren versie op 13/02/2018.