...

Hiv-patiënten worden ouder en ontwikkelen meer co-morbiditeit. De incidentie van de aandoening blijft nagenoeg gelijk - aidsreferentiecentra krijgen dus steeds meer patiënten over de vloer.Maar huisartsen zijn beter in het opsporen van cardiovasculaire aandoeningen en kanker dan de aidsreferentiecentra. Dat leerde onderzoekster Katleen Verheyen (ELIZA, Universiteit Antwerpen) in de internationale literatuur daarover. Voor haar masterproef als haio bracht ze zeven focusgroepen samen van huisartsen met een praktijk in en rond Antwerpen. Zo kwamen 42 huisartsen aan het woord van gemiddeld 43 jaar oud - een relatief jonge groep.Ze bevroeg ook het multidisciplinair hiv-team van het Instituut Tropische Geneeskunde met de nominale groepstechniek.De resultaten werden verwerkt in een artikel in Huisarts Nu, het tijdschrift van Domus Medica.Onbekend maakt onbemindHuisartsen zijn gemotiveerd om hiv-patiënten in hun praktijk op te volgen - zoals ze ook veel patiënten opvolgen met diabetes, COPD, kanker,... Huisartsen zijn opgeleid om chronische patiënten met multipele aandoeningen te begeleiden.Maar niet alle huisartsen zijn al even vertrouwd met de hiv-problematiek. wie bijvoorbeeld buiten de stad woont en minder van deze patiënten onder zijn clientèle telt, heeft hiervoor wel meer achtergrondinformatie nodig.Voor deze artsen zou het misschien helpen als ze zouden kunnen terugvallen op een referentiearts - zoals je LEIF-artsen hebt voor palliatieve zorg.Huisartsen die meer van deze patiënten volgen, zijn meer vertrouwd en zelfzeker met deze taken.TaakverdelingAlle huisartsen geven aan dat ze een gestructureerde richtlijn zouden willen en een duidelijke taakverdeling. Daarnaast zijn ze vragende partij voor betere communicatie in de twee richtingen.De communicatie met het ITG, bijvoorbeeld, verloopt nog niet elektronisch en wordt door de huisartsen als traag ervaren.Ook voor aidsreferentiecentra zijn de werkpunten de opleiding van de huisarts, een taakverdeling en communicatie. Een aantal specialisten ziet minder heil in een gestandaardiseerd protocol omdat de zorg erg kan verschillen naargelang de patiënt.Non-disclosureHuisartsen en specialisten zien de non-disclosure als een probleem: heel wat patiënten vertellen de diagnose van een hiv-infectie niet aan hun huisarts. Die kan de patiënt hiervoor dan moeilijk mee opvolgen. Dat probleem zie je vooral in bepaalde groepen.Dokter Katleen Verheyen wijst erop dat, om goede afspraken te kunnen maken over de taakverdeling, het perspectief van de patiënt ook verder onderzocht moet worden.Dokter Katleen Verheyen wijst erop dat, om goede afspraken te kunnen maken over de taakverdeling, het perspectief van de patiënt ook verder onderzocht moet worden.(*) Huisarts Nu, november-december 2017. Voor haar masterdissertatie kreeg Katleen Verheyen begeleiding van Ludwig Apers, Jasna Loos, Hanna Apers en Lieve Peremans.