...

Al meerdere jaren proberen vorsers de diagnose van niet-alcoholische vetlever sneller te stellen om de ziekte zo snel mogelijk te kunnen behandelen. Wereldwijd vertoont een derde van de volwassenen een vetlever. 70-80% van de mensen met obesitas en diabetes heeft leversteatose.FLORINASH, een Europees consortium, is daar misschien in geslaagd. Ze hebben de gegevens verzameld van twee groepen van 800 zwaarlijvige mannen en vrouwen, die ze in twee groepen hebben ingedeeld naargelang ze al dan niet een vetlever vertoonden.Daarna hebben de vorsers de medische gegevens doorgenomen van 100 zwaarlijvige vrouwen met een niet-alcoholische vetlever zonder diabetes. Ze hebben moleculaire analyses uitgevoerd op leverbiopten, urinestalen, plasma en stoelgang om na te gaan welke biologische weg leidt naar leverinsufficiëntie en om markers te achterhalen die het risico op ontwikkeling van een vetlever voorspelt bij zwaarlijvigen. De stalen werden dan vergeleken met stalen van gezonde mensen.Na analyse van meer dan drie miljoen bacteriële genen hebben de wetenschappers twee vaststellingen gedaan. Ten eerste, naarmate de leververvetting toenam, verminderde de diversiteit van de teruggevonden microbiële genen. Dat wijst erop dat de samenstelling van de microbiota vermindert nog voor de eerste symptomen verschijnen. Volgens de auteurs kan een minder gediversifieerde microbiota metabole problemen veroorzaken zoals leverontsteking en insulineresistentie. Ten tweede, de vorsers hebben ontdekt dat fenylazijnzuur, een van de specifieke bestanddelen van de microbiota, de ophoping van vetten in de lever verhoogt. Ze zijn daarom verder gaan spitten. Ze hebben de microbiota van mensen met een vetlever overgeplant bij gezonde muizen. Bij die muizen steeg de hoeveelheid triglyceriden in de lever drastisch. Ze hebben ook vastgesteld dat toediening van fenylazijnzuur aan muizen vetophoping in de lever veroorzaakte.Dat alles toont duidelijk aan dat de microbiota een reëel effect heeft bij patiënten met een niet-alcoholische leververvetting. Als fenylazijnzuur effectief een biomarker van vetlever is, zouden we misschien zo sneller een diagnose van steatose kunnen stellen.Het is ook de bedoeling een nieuwe generatie van probiotica en geneesmiddelen te ontwikkelen die interfereren met de bacteriële mechanismen die een vetlever veroorzaken. Op dit ogenblik bestaat er immers nog geen behandeling voor leververvetting. De enige mogelijkheden zijn een strikte controle van de voeding en in extreme gevallen een levertransplantatie.(referentie: Nature Medicine, 25 juni 2018, doi:10.1038/s41591-018-0061-3, en Inserm, persmededeling, 11 juli 2018)https://www.nature.com/articles/s41591-018-0061-3https://presse.inserm.fr/obesite-combattre-les-effets-deleteres-dun-foie-trop-gras-grace-au-microbiote/31980/