...

Uit recent onderzoek van het Nederlandse NRC blijkt dat tien van de 28 EU-lidstaten tot op heden nog geen melding hebben gedaan van disfunctionerende zorgverleners (zie Artsenkrant 2525). Het initiatief voor zo'n Europees 'waarschuwingssysteem' kwam destijds van de toenmalige Nederlandse minister van Volksgezondheid Edith Schippers, nadat een Nederlandse arts in het buitenland gewoon kon doorwerken.Bulgarije, Cyprus, Estland, Griekenland, Letland, Luxemburg, Malta, Slovenië, Slowakije en Tsjechië zouden het systeem volgens de Europese Commissie nog nooit gebruikt hebben. Dat betekent dat als zorgverleners uit deze landen in bijvoorbeeld België willen werken, het voor ons land moeilijk te controleren is of ze een beroepsbeperking hebben.Navraag leert ons dat er 356 artsen afkomstig uit deze niet-meldende landen met een actief Riziv-nummer in België werken.Tussen de landen die het systeem wél gebruiken, verschilt het aantal meldingen sterk. Sinds de start van het alertmechanisme zijn een kleine 22.000 meldingen binnengekomen via het IMI-systeem (Internal Market Information, nvdr), zegt Jan Eyckmans, woordvoerder van de FOD Volksgezondheid en Veiligheid van de Voedselketen (FVVV). "Vóór de start van het systeem in 2016 hebben bepaalde lidstaten sancties geregistreerd, wat in wezen niet de bedoeling was", nuanceert hij het hoge aantal.Koploper in aantal meldingen is het Verenigd Koninkrijk. Ter illustratie: in 2016 stond 68% van de binnengekomen alerts op naam van het VK. Zelf deed België op het niveau van de FVVV in 2016 twee meldingen - "mede door technische problemen of de onbeschikbaarheid van het platform"-, in 2017 werden acht meldingen geregistreerd."Ook wat betreft het soort sancties die binnenkomen, is er geen duidelijke lijn", zegt Jan Eyckmans. Zo gaan de meldingen van administratieve sancties tot effectieve beroepsverboden. Volgens NRC hebben de verschillen in meldingen te maken met de onduidelijkheid over wat landen precies moeten doorgeven; met name gaat het alleen om een verbod om het beroep nog uit te oefenen of bijvoorbeeld ook om een waarschuwing of boete?Jan Eyckmans: "Op het niveau van de FOD Volksgezondheid is geopteerd om enkel de sancties te melden die effectief een impact hebben op de beroepsuitoefening. De beslissing tot intrekking van een visum wordt immers niet licht genomen."In het desbetreffende artikel schetst NRC het geval van een Belgische psychiater die in Nederland niet meer mag werken omdat hij vijf jaar lang een relatie heeft gehad met een van zijn patiënten. In ons land is hij echter nog steeds aan het werk. Neemt België dan geen maatregelen over die tegen zorgverleners in het buitenland werden genomen?"Bij de erkenning van de beroepskwalificaties (op niveau van de gemeenschappen, nvdr) wordt inderdaad nagegaan of er dergelijke maatregelen bestaan", legt Jan Eyckmans uit. "Juridisch gezien is het echter niet mogelijk om deze bij de erkenning in rekening te brengen, dat kan slechts op het moment van de toekenning van het visum. De maatregelen worden bijgevolg overgemaakt aan de FOD Volksgezondheid/provinciale geneeskundige commissies en de Ordes, of indien nodig aan het Parket.""In de herziening van de huidige beroepenwetgeving voorziet de minister van Volksgezondheid onder andere in een uitbreiding van de bevoegdheden van de provinciale geneeskundige commissies. Daardoor moet het eenvoudiger worden om dergelijke gesanctioneerde buitenlandse beoefenaars op te sporen en de nodige maatregelen te treffen", voegt de woordvoerder nog toe.Het gebruik van het IMI-systeem kan zeker beter, erkent Jan Eyckmans. Momenteel loopt een project binnen de Benelux om de beperkingen en struikelblokken bij deze gegevensuitwisseling te inventariseren, zodat de Europese Commissie hiervoor een oplossing kan uitdenken.