Het zal evenwel nog even duren voor het zover is. De nota berekende alleen maar de omvang van het probleem. In 2017 schreven zich 1.365 kersverse (basis)artsen in. Als men voor elk van die artsen een RSZ-bijdrage moet leveren, moet men daarvoor ongeveer 8 miljoen euro vinden. Dat is voor iedere arts 16,36% op een gemiddeld jaarloon van ongeveer 36.000 euro. Naarmate de maatregel zich uitbreidt naar alle artsen in opleiding, heeft men een zesvoud van dit bedrag nodig.

Waar moet men dat geld vinden? Het Riziv rekende uit wat het opbrengt als men het 'sociaal statuut' van de artsen in opleiding die zich aan de tarieven uit het akkoord houden, zou gebruiken voor deze RSZ-bijdragen. Het kwam uit op 5,6 miljoen euro. Er is binnen het budget voor het sociaal statuut ook nog wat geld over door de invoering van de minimumdrempel. Ook het geld voor de assimilatieprocedure zal niet helemaal opraken. Maar daarmee komt men nog niet aan 8 miljoen.

Verzekering tegen werkloosheid

"Het sociaal statuut afnemen van de aso's en haio's is een drastische ingreep. Doe je dat, dan gooi je het sui generis-statuut gewoon overboord", reageert Bvas-voorzitter Marc Moens. Bovendien stipt de nota wel aan dat het huidige sociaal statuut geen verzekering inhoudt tegen werkloosheid, maar ze doet daarover geen voorstel.

"Om ook dat laatste punt nog op de agenda van de Nationale Commissie van 4 juli te krijgen, hadden we vrijdag 29 juni nog een open brief geschreven naar Jo De Cock - de voorzitter van de Commissie - en naar minister De Block." Daarover werd evenwel niet gepraat. Slechts weinig artsen komen na hun beroepsopleiding effectief in de werkloosheid terecht, maar door de 'dubbele cohorte' zou dit probleem tijdelijk acutere proporties kunnen aannemen, benadrukt Moens. Bvas wil beide punten na de zomer terug op de agenda plaatsen.

Het zal evenwel nog even duren voor het zover is. De nota berekende alleen maar de omvang van het probleem. In 2017 schreven zich 1.365 kersverse (basis)artsen in. Als men voor elk van die artsen een RSZ-bijdrage moet leveren, moet men daarvoor ongeveer 8 miljoen euro vinden. Dat is voor iedere arts 16,36% op een gemiddeld jaarloon van ongeveer 36.000 euro. Naarmate de maatregel zich uitbreidt naar alle artsen in opleiding, heeft men een zesvoud van dit bedrag nodig.Waar moet men dat geld vinden? Het Riziv rekende uit wat het opbrengt als men het 'sociaal statuut' van de artsen in opleiding die zich aan de tarieven uit het akkoord houden, zou gebruiken voor deze RSZ-bijdragen. Het kwam uit op 5,6 miljoen euro. Er is binnen het budget voor het sociaal statuut ook nog wat geld over door de invoering van de minimumdrempel. Ook het geld voor de assimilatieprocedure zal niet helemaal opraken. Maar daarmee komt men nog niet aan 8 miljoen.Verzekering tegen werkloosheid"Het sociaal statuut afnemen van de aso's en haio's is een drastische ingreep. Doe je dat, dan gooi je het sui generis-statuut gewoon overboord", reageert Bvas-voorzitter Marc Moens. Bovendien stipt de nota wel aan dat het huidige sociaal statuut geen verzekering inhoudt tegen werkloosheid, maar ze doet daarover geen voorstel. "Om ook dat laatste punt nog op de agenda van de Nationale Commissie van 4 juli te krijgen, hadden we vrijdag 29 juni nog een open brief geschreven naar Jo De Cock - de voorzitter van de Commissie - en naar minister De Block." Daarover werd evenwel niet gepraat. Slechts weinig artsen komen na hun beroepsopleiding effectief in de werkloosheid terecht, maar door de 'dubbele cohorte' zou dit probleem tijdelijk acutere proporties kunnen aannemen, benadrukt Moens. Bvas wil beide punten na de zomer terug op de agenda plaatsen.