Minister Crevits antwoordde in het Vlaamse Parlement op een vraag van Koen Daniëls (N-VA), die wilde weten hoe de onderwijsminister zou voorkomen dat Vlaanderen en Vlaamse studenten - via aanpassingen van het contingent - het slachtoffer worden van het overtal van opgeleide artsen in het Franstalige landsgedeelte.

Filter

De minister verdedigde het Vlaamse toegangsexamen en hekelde het beleid van de Franstalige Gemeenschap, die veel te lang heeft getalmd om een rem te zetten op de instroom van geneeskundestudenten.

"Daarmee bedriegt de regering niet alleen zichzelf maar ook duizenden jongeren die de keuze willen maken om geneeskunde te studeren maar niet zeker zijn dat ze een diploma zullen krijgen", stelde ze.

Ze drukte ook twijfels uit over de oplossing die haar Franstalige collega Marcourt dit jaar uit zijn mouw schudde: "We zijn helemaal niet zeker dat die filter zal werken en studenten hebben die filter al aangevochten."

Planningscommissie

Hilde Crevits bleef vrij diplomatisch over het advies van de Planningscommissie die de 60/40-verhouding in het contingent bijstuurde, maar stelde dat ze toch "een aantal vragen" had bij de stabiliteit van de wetenschappelijke methode die de Planningscommissie vastlegde.

Ze merkte ook op dat het strakke toelatingsexamen in Vlaanderen het aantal buitenlandse studenten heeft verminderd - een van de redenen voor de Planningscommissie om af te wijken van de 60/40-verhouding is dat er aan de Franstalige universiteiten veel meer buitenlandse studenten de geneeskundeopleiding komen volgen.

More is less

De Planningscommissie wijzigt de 60/40-verhouding door het contingent voor 2022 veel sterker op te trekken voor de Franstalige universiteiten dan voor de Vlaamse. In dat jaar zullen de Franstalige universiteiten zullen 575 artsen tot de beroepsopleiding mogen toelaten, tegenover 492 nu (zie ook AK2450).

Maar de toepassing van het contingent houdt tevens in dat overtallen en tekorten worden weggewerkt - de zogenaamde 'lissage'. Aan Franstalige zijde zou ondertussen het overschot oplopen tot 1.300 artsen.

Vlaams Volksvertegenwoordiger Freya Saeys verdedigde in de discussie het beleid van federaal minister van Volksgezondheid en partijgenoot, Maggie De Block (Open Vld). De "toelatingsbewijzen" voor de beroepsopleiding zullen voortaan genummerd (en geteld) worden, en alleen wie een toelatingsbewijs krijgt, krijgt ook een Riziv-nummer (het is niet zo dat het Riziv het aantal uitgereikte nummers beperkt, nvdr).

"Voor het eerst gaan er ook zaken worden gecorrigeerd. Ik neem de cijfers er even bij. Het voorstel van minister De Block is om jaarlijks 194 plaatsen af te trekken van het quotum van Wallonië, en omgekeerd in Vlaanderen bij het quotum 56 plaatsen bij te tellen, en dat voor zeven jaar", aldus Freya Saeys.

Minister Crevits antwoordde in het Vlaamse Parlement op een vraag van Koen Daniëls (N-VA), die wilde weten hoe de onderwijsminister zou voorkomen dat Vlaanderen en Vlaamse studenten - via aanpassingen van het contingent - het slachtoffer worden van het overtal van opgeleide artsen in het Franstalige landsgedeelte.FilterDe minister verdedigde het Vlaamse toegangsexamen en hekelde het beleid van de Franstalige Gemeenschap, die veel te lang heeft getalmd om een rem te zetten op de instroom van geneeskundestudenten."Daarmee bedriegt de regering niet alleen zichzelf maar ook duizenden jongeren die de keuze willen maken om geneeskunde te studeren maar niet zeker zijn dat ze een diploma zullen krijgen", stelde ze.Ze drukte ook twijfels uit over de oplossing die haar Franstalige collega Marcourt dit jaar uit zijn mouw schudde: "We zijn helemaal niet zeker dat die filter zal werken en studenten hebben die filter al aangevochten."PlanningscommissieHilde Crevits bleef vrij diplomatisch over het advies van de Planningscommissie die de 60/40-verhouding in het contingent bijstuurde, maar stelde dat ze toch "een aantal vragen" had bij de stabiliteit van de wetenschappelijke methode die de Planningscommissie vastlegde.Ze merkte ook op dat het strakke toelatingsexamen in Vlaanderen het aantal buitenlandse studenten heeft verminderd - een van de redenen voor de Planningscommissie om af te wijken van de 60/40-verhouding is dat er aan de Franstalige universiteiten veel meer buitenlandse studenten de geneeskundeopleiding komen volgen.More is lessDe Planningscommissie wijzigt de 60/40-verhouding door het contingent voor 2022 veel sterker op te trekken voor de Franstalige universiteiten dan voor de Vlaamse. In dat jaar zullen de Franstalige universiteiten zullen 575 artsen tot de beroepsopleiding mogen toelaten, tegenover 492 nu (zie ook AK2450).Maar de toepassing van het contingent houdt tevens in dat overtallen en tekorten worden weggewerkt - de zogenaamde 'lissage'. Aan Franstalige zijde zou ondertussen het overschot oplopen tot 1.300 artsen.Vlaams Volksvertegenwoordiger Freya Saeys verdedigde in de discussie het beleid van federaal minister van Volksgezondheid en partijgenoot, Maggie De Block (Open Vld). De "toelatingsbewijzen" voor de beroepsopleiding zullen voortaan genummerd (en geteld) worden, en alleen wie een toelatingsbewijs krijgt, krijgt ook een Riziv-nummer (het is niet zo dat het Riziv het aantal uitgereikte nummers beperkt, nvdr)."Voor het eerst gaan er ook zaken worden gecorrigeerd. Ik neem de cijfers er even bij. Het voorstel van minister De Block is om jaarlijks 194 plaatsen af te trekken van het quotum van Wallonië, en omgekeerd in Vlaanderen bij het quotum 56 plaatsen bij te tellen, en dat voor zeven jaar", aldus Freya Saeys.