Niet zo heel lang geleden was ik te gast op het symposium Arts van Morgen (KU Leuven). Het ging, hoe kan het ook anders, over de ziekenhuishervorming. Zoals dat gaat met verandering, is het wachten op meer duidelijkheid. Wie zal het allemaal tot een goed einde brengen, vroeg een zichtbaar bezorgde prof. Dirk Ramaekers zich af. Hij keek naar zijn collega-panelleden. "Steeds dezelfde gezichten", concludeerde de medisch directeur van Jessa Ziekenhuis. Vervolgens richtte hij zich tot het publiek, de overgrote meerderheid jongeren. "Hervormingen hebben jullie nodig!", klonk het aanmanend naar de toekomst toe. Het woord leiderschap viel ook.
In deze 'special jonge artsen' leren we dat er inderdaad jonge artsen zijn die zich engageren voor het beroep en de gezondheidszorg in het algemeen. Niet zelden groeien ze van een vorm van studenten- of assistenten -vertegenwoordiging door naar lidmaatschap van een syndicaat.
In deze 'special jonge artsen' leren we dat er inderdaad jonge artsen zijn die zich engageren voor het beroep en de gezondheidszorg in het algemeen.
Toch stellen we na een kleine rondvraag door onze redactie vast dat jonge, syndicaal actieve artsen een minderheid vormen. Geheel verwonderlijk is dat niet. Na de zware opleiding willen jonge dokters zich de eerste jaren van hun carrière focussen op de uitbouw van hun klinische praktijk, al dan niet in combinatie met een gezin. Soms komt daar ook onderzoek bij.
Misschien zullen sommigen opwerpen dat het 'in hun tijd' anders was. Wellicht. Maar vroeger is vroeger, en nu is nu. Time management is waarschijnlijk niet de enige factor die meespeelt. In verjonging - en dus opvolging - moet je tijd en middelen steken. Nieuwkomers begeleiden is eveneens noodzakelijk.
Laten we inzet overigens niet beperken tot vertegenwoordiging. Zoals we in deze special lezen, kan engagement voor het beroep en de sector vele vormen aannemen.
In deze 'special jonge artsen' leren we dat er inderdaad jonge artsen zijn die zich engageren voor het beroep en de gezondheidszorg in het algemeen. Niet zelden groeien ze van een vorm van studenten- of assistenten -vertegenwoordiging door naar lidmaatschap van een syndicaat.Toch stellen we na een kleine rondvraag door onze redactie vast dat jonge, syndicaal actieve artsen een minderheid vormen. Geheel verwonderlijk is dat niet. Na de zware opleiding willen jonge dokters zich de eerste jaren van hun carrière focussen op de uitbouw van hun klinische praktijk, al dan niet in combinatie met een gezin. Soms komt daar ook onderzoek bij.Misschien zullen sommigen opwerpen dat het 'in hun tijd' anders was. Wellicht. Maar vroeger is vroeger, en nu is nu. Time management is waarschijnlijk niet de enige factor die meespeelt. In verjonging - en dus opvolging - moet je tijd en middelen steken. Nieuwkomers begeleiden is eveneens noodzakelijk.Laten we inzet overigens niet beperken tot vertegenwoordiging. Zoals we in deze special lezen, kan engagement voor het beroep en de sector vele vormen aannemen.