Valerie Van Peel, federaal volksvertegenwoordiger N-VA: "De taalgrens is ook een zorggrens"

Doe je aan symptoom bestrijding of bestrijd je de ziekte in haar geheel? Dat is de keuze tussen herfederaliseren of verder defederaliseren. De analyse van minister De Block was terecht. De versnippering werkt niet. We hebben dringend nood aan homogene bevoegdheidspakketten binnen de gezondheidszorg. Maar dan wel op het niveau dat een coherent beleid op maat mogelijk maakt. En dat is niet het federale niveau. Integendeel, het slechtste wat we kunnen doen, is belangrijke zaken zoals preventie opnieuw gaan herfederaliseren.

Voor wie nog moet overtuigd worden dat de taalgrens ook een zorggrens is, en dat er dus moeilijk een gemeenschappelijk beleid gevoerd kan worden, geef ik maar enkele voorbeelden. Waar in Vlaanderen de huisarts het eerste aanspreekpunt is voor de patiënt, gaat men in Wallonië veelal rechtstreeks naar de spoed en de specialist. Waar in Vlaanderen de ziekenhuizen al volop bezig zijn zelf een netwerk te vormen, ligt dit project in Wallonië op apegapen. Het aantal abortussen in Wallonië ligt een pak hoger, en dat is niet verwonderlijk als je weet dat het gebruik van en beleid rond anticonceptie er veel lager ligt. Er wordt aanzienlijk meer gebruik gemaakt van CT-scans in Wallonië dan in Vlaanderen. In Vlaanderen wordt meer gescreend op zaken als baarmoederhalskanker en darmkanker, is er minder overgewicht door een betere preventie. En ga zo maar door.

© BELGA

Elke euro die Vlaanderen investeert in preventie komt trouwens de federale kas ten goede. Niet de eigen. Dat blijkt voor Wallonië een reden om er niet op in te zetten. En dat cultuurverschil is er niet alleen in de gezondheidszorg. Denk maar aan de enorme verschillen in werkzaamheidsgraad; in Wallonië groeit één op de vijf kinderen op in een gezin waar niemand werkt, in Vlaanderen is dit één op de 15. Het armoederisico ligt er dan ook dubbel zo hoog. Zo lang de rekening federaal zit, betaalt de Vlaming het gelag en is er aan de andere kant van de taalgrens weinig responsabilisering te bespeuren. Een federaal beleid is op maat van Vlaanderen of van Wallonië. Nooit op maat van beide, zeker niet in de gezondheidszorg.

Wie denkt dat het federale niveau los van de regionale verschillen de oplossing kan bieden, is niet alleen de problemen van de afgelopen 100 jaar vergeten, maar bijvoorbeeld ook het dossier van de artsenquota

Wie denkt dat het federale niveau los van de regionale verschillen de oplossing kan bieden, is niet alleen de problemen van de afgelopen 100 jaar vergeten, maar bijvoorbeeld ook het dossier van de artsenquota. Een bevoegdheid die tot op vandaag federaal zit. Twintig jaar heeft het geduurd vooraleer men aan Franstalige zijde een ingangsexamen invoerde voor de studie geneeskunde. Met een overtal van meer dan 1.500 artsen tot gevolg. De beslissing tot contigentering was nochtans federaal genomen door partijen die allemaal beweren dat nationaal niveau zo belangrijk te vinden. Als het hen uitkomt, dan toch. Zo niet, gewoon negeren. De andere kant betaalt wel mee. Dat is niet wat onze gezondheidszorg nodig heeft.

Xavier Brenez, directeur-generaal van de Landsbond van de Onafhankelijke Ziekenfondsen: "Elk schip heeft een kapitein nodig"

Het taboe over de herfederalisering van bepaalde bevoegdheden brokkelt (eindelijk!) af, ook in het domein van de gezondheidszorg. Op de vooravond van de invoering van de zesde staatshervorming, die aanzienlijke bevoegdheids overdrachten naar de deelstaten inhoudt, wijst alles er namelijk op dat de versnippering van de gezondheidszorg eraan zit te komen: te veel actoren hebben een vinger in de pap, het overleg sleept aan en levert geen resultaten op, visies en/of belangen lopen uiteen. Met op de koop toe politiek gekissebis tussen de beleidsniveaus, waar de asymmetrische coalities onvermijdelijk nog een schepje bovenop doen. Ondanks de duidelijk negatieve gevolgen van die institutionele versnippering blijven de aanhangers van de defederalisering geloven in de belofte van een betere (geregionaliseerde) wereld. Net als de heilige Thomas geloof ik alleen wat ik zie. Daarom weeg ik de virtuele beloften graag even af tegen de reële problemen.

© RV

Eerste vaststelling: de regionalisering van de bevoegdheden berust hoegenaamd niet op een visie over de gezondheidszorg. U mag het Vlinderakkoord er in het lang en in het breed op nalezen, u zal geen spoor vinden van enige doelstelling aangaande onze sector. Logisch, er moest een trofee gevonden worden (de gezondheidzorg) en een bedrag (minstens 4 miljard), het zij zo. Er was wel degelijk sprake van 'homogene bevoegdheidspakketten', een retoriek die al te graag wordt herhaald in alle debatten over de verdeling van bevoegdheden. De realiteit is totaal anders, en de zesde staatshervorming is er het perfecte tegenvoorbeeld van door bepaalde bevoegdheden over te dragen in belangrijke domeinen zoals het ziekenhuisbeleid, de geestelijke gezondheidszorg, de organisatie van de eerste lijn, revalidatie. Bepaalde bevoegdheden... dat betekent dat de federale overheid en de deelstaten al die domeinen voortaan gezamenlijk beheren. Met uiteraard het risico op een spelletje pingpong tussen de beleidsniveaus en op mazen in het net van de gezondheidszorg.

Coöperatief federalisme is moeilijk leefbaar in een systeem zonder enige hiërarchie tussen de beleidsniveaus

Enkele bedenkingen. Wat met het beleid van de deelstaten rond de residentiële zorg voor ouderen, terwijl senioren thuis of in het ziekenhuis volledig onder federale bevoegdheid vallen? Blijft een akkoord voor welbepaalde zorg in één deelstaat geldig als ik naar een andere deelstaat verhuis?

Bepaalde revalidatiecentra - waarvan meerdere voor kinderen - bevinden zich in één enkele deelstaat, maar waren gefinancierd door het Riziv en toegankelijk voor iedereen. Wat als die geregionaliseerd worden? Hoe zit het met de federale rechten rond de maximumfactuur en chronisch zieken? Wordt er rekening gehouden met regionale uitgaven? Welk belang hebben de deelstaten erbij om te investeren in preventie als de opbrengst ervan naar de federale overheid vloeit?

Dit zijn maar enkele voorbeelden die aantonen dat politieke berekeningen de overhand krijgen op het belang van de burger en dat een coöperatief federalisme moeilijk leefbaar is in een systeem zonder enige hiërarchie tussen de beleidsniveaus. Want heeft elk schip geen kapitein nodig?