1. Recent verscheen in de BMJ een artikel dat aantoonde dat oudere patiënten die vaker eenzelfde huisarts bezoeken minder vaak worden opgenomen voor behandelbare aandoeningen zoals diabetes, COPD of urineweginfecties. Het aantal opnames daalde met 8,9% tot 12,4%. Trouw je eigen huisarts bezoeken is dus niet alleen goed voor je gezondheid, het zorgt ook voor minder ziekenhuisopnames en een afname van de dure tweedelijnszorg. Kortom: "a family doctor a day keeps a hospital away."1
  2. Onderzoek van een Nederlands adviesbureau toont aan dat over 10 jaar 46% van de ziekenhuiszorg bij de patiënt thuis kan worden gegeven. Nu al lopen projecten waarbij chemotherapie, immuuntherapie of infuustherapieën thuis gebeuren. De patiëntenfederatie staat positief tegenover deze thuisbehandelingen maar beseft wel dat hiervoor een cultuuromslag nodig is bij artsen en patiënten.
  3. De End-of-Life Care Group geeft aan dat 70% van de burgers het liefst thuis wil sterven. Toch sterft 51% van de patiënten in een ziekenhuis. Een complete paradox.
  4. In België zijn er 6,2 ziekenhuisbedden per 1000 inwoners. Dit is beduidend meer dan het Europees gemiddelde dat op 5,2 bedden per 1000 inwoners ligt en veel meer dan landen met een uitstekende gezondheidszorg zoals Denemarken (2,7 bedden per 1000 inwoners) of Zwitserland (4,6 bedden per 1000 inwoners).2

In de gezondheidszorg gebeuren er echter geen hervormingen omdat wetenschappers aantonen dat het nodig is. Er verandert pas iets als het geld op is.

Nood aan visie

De jaarlijkse Maha-studies tonen de financiële problemen aan van heel wat ziekenhuizen. Het jaarlijks budget voor de artsen binnen het RIZIV is al jaren ontoereikend om alle zorg terug te betalen die men zou willen. Dat het met deze financiering dus niet meer lukt is dan ook ontegensprekelijk.

Minister De Block kondigde bij de start van deze regeerperiode aan dat de hervorming van de ziekenhuisfinanciering één van de drie belangrijke werven is. Sindsdien zijn er al talloze vergaderingen geweest. Een aantal projecten werden gelanceerd: de verkorte ligduur bij bevallingen en recent de aankondiging van de ziekenhuisnetwerken. Deze maatregelen hebben hun waarde. Alleen ontbreekt één essentieel basiselement: een visie op het ziekenhuislandschap.

Enkele pertinente vragen: Welk ziekenhuislandschap hebben we nodig in 2030? Welke taken gaan nog uitgevoerd worden in het ziekenhuis? Welke in de eerste lijn? Hoeveel ziekenhuisbedden hebben we nodig? Welke diensten moet een basisziekenhuis hebben? Waar moeten die ziekenhuizen gelegen zijn? Hoeveel spoeddiensten hebben we nodig? Welke investeringen moeten we doen in de eerste lijn om de zorg op een kwaliteitsvolle manier te kunnen opnemen?

Shift van de tweede naar de eerste lijn

AADM heeft een duidelijke visie op gezondheidszorg. Wij kiezen resoluut voor de eerste lijn als basis van deze gezondheidszorg 2.0.

Niet in een confrontatiemodel met de tweede lijn maar in een samenwerkingsmodel vanuit een gelijkwaardigheid. De eerste lijn staat te popelen om deze nieuwe taak op te nemen. De eerste lijn weet dat het een aantal veranderingen zal moeten ondergaan.

De eerstelijnsconferentie georganiseerd door minister Vandeurzen heeft daar al een aantal bakens voor uitgezet. Maar ook op federaal niveau zullen een aantal zaken moeten wijzigen zodat o.a. de eerste lijn meer multidisciplinair kan samenwerken, dat huisartsen ondersteuning krijgen in hun job, dat de financieringsmechanismen de patiënten richting de eerste lijn sturen.

Durven vooruitkijken

Syndicalisme is meer dan behouden wat historisch is (scheef)gegroeid. Het is vooral durven vooruitkijken naar de toekomst. Het is durven de meest heilige huisjes af te breken in het belang van de toekomst van de artsen, in het belang van de toekomst van de patiënten. Feit is dat in de transformatie van de gezondheidszorg ziekenhuisbedden afgebouwd moeten worden. Iedereen die hiervoor een opening maakt krijgt onze steun. Natuurlijk zijn wij ons wel bewust van de complexiteit van deze materie. Niemand zal trouwens verkondigen dat we morgen van de één op de andere dag 5 of 10 ziekenhuizen moeten sluiten.

Wij kiezen resoluut voor de eerste lijn als basis van de gezondheidszorg 2.0

Wat we nodig hebben is dat duidelijk doel. Als het doel bepaald is en de tijdslijn uitgetekend dan ben ik ervan overtuigd dat we onze collega's mee krijgen in dit verhaal. Onze collega's specialisten zijn er immers ook van overtuigd dat er zaken moeten veranderen. Dat de zorg naar een hoger niveau kan gebracht worden. Vandaag moeten we deze visie vastleggen. Een dergelijke gigantische transformatie vraagt immers 5 à 10 jaar tijd om waar te maken.

Investeren en correct verlonen

Feit is dat er eindelijk eens serieus moet geïnvesteerd worden in de uitbouw van de eerste lijn (de huisarts, de huisapotheek, de thuisverpleegkundige, ...). Dit betekent een shift van middelen en personeel van de tweede naar de eerste lijn. En er zal een andere financiering moeten komen voor de artsen. Wij kiezen daarbij voor een gemengd financieringssysteem met 60% financiering forfaitair/per capita, 30% per prestatie en 10% op basis van kwaliteitsdoelstellingen. Wij kiezen daarbij voor een billijke verloning voor elke arts, los van intellectuele of technische akten, die de jarenlange inkomensongelijkheid tussen artsen eindelijk uit de wereld moet helpen.

Geen rad voor de ogen

Die soms moeilijke boodschappen moet je als syndicaat durven geven. Blijven verkondigen dat alles wel zal kunnen blijven bestaan zoals het vandaag is, is de collega's een rad voor de ogen draaien. Daarom zal AADM deze boodschap consequent blijven brengen. We hebben hier geen politieke linken voor nodig en nog minder linken met verzekeringsinstellingen. Wel hebben we de linken met de artsen op het veld. Zij zijn de echte deskundigen.

AADM heeft een nieuw, constructief toekomstproject voor de eerste en tweede lijn zodat alle artsen ook binnen 10, 20, 30 of 40 jaar hun job nog met ongelooflijk veel goesting en een onnavolgbare toewijding voor hun patiënten kunnen blijven uitvoeren.

Roel Van Giel, Voorzitter van Domus Medica

  1. Barker I, et al. Association between continuity of care in general practice and hospital admissions for ambulatory care sensitive conditions: cross sectional study of routinely collected, person level data. BMJ. 2017;356:j84.
  2. Health at a glance Europe 2016
In de gezondheidszorg gebeuren er echter geen hervormingen omdat wetenschappers aantonen dat het nodig is. Er verandert pas iets als het geld op is.Nood aan visieDe jaarlijkse Maha-studies tonen de financiële problemen aan van heel wat ziekenhuizen. Het jaarlijks budget voor de artsen binnen het RIZIV is al jaren ontoereikend om alle zorg terug te betalen die men zou willen. Dat het met deze financiering dus niet meer lukt is dan ook ontegensprekelijk.Minister De Block kondigde bij de start van deze regeerperiode aan dat de hervorming van de ziekenhuisfinanciering één van de drie belangrijke werven is. Sindsdien zijn er al talloze vergaderingen geweest. Een aantal projecten werden gelanceerd: de verkorte ligduur bij bevallingen en recent de aankondiging van de ziekenhuisnetwerken. Deze maatregelen hebben hun waarde. Alleen ontbreekt één essentieel basiselement: een visie op het ziekenhuislandschap.Enkele pertinente vragen: Welk ziekenhuislandschap hebben we nodig in 2030? Welke taken gaan nog uitgevoerd worden in het ziekenhuis? Welke in de eerste lijn? Hoeveel ziekenhuisbedden hebben we nodig? Welke diensten moet een basisziekenhuis hebben? Waar moeten die ziekenhuizen gelegen zijn? Hoeveel spoeddiensten hebben we nodig? Welke investeringen moeten we doen in de eerste lijn om de zorg op een kwaliteitsvolle manier te kunnen opnemen?Shift van de tweede naar de eerste lijnAADM heeft een duidelijke visie op gezondheidszorg. Wij kiezen resoluut voor de eerste lijn als basis van deze gezondheidszorg 2.0.Niet in een confrontatiemodel met de tweede lijn maar in een samenwerkingsmodel vanuit een gelijkwaardigheid. De eerste lijn staat te popelen om deze nieuwe taak op te nemen. De eerste lijn weet dat het een aantal veranderingen zal moeten ondergaan.De eerstelijnsconferentie georganiseerd door minister Vandeurzen heeft daar al een aantal bakens voor uitgezet. Maar ook op federaal niveau zullen een aantal zaken moeten wijzigen zodat o.a. de eerste lijn meer multidisciplinair kan samenwerken, dat huisartsen ondersteuning krijgen in hun job, dat de financieringsmechanismen de patiënten richting de eerste lijn sturen.Durven vooruitkijkenSyndicalisme is meer dan behouden wat historisch is (scheef)gegroeid. Het is vooral durven vooruitkijken naar de toekomst. Het is durven de meest heilige huisjes af te breken in het belang van de toekomst van de artsen, in het belang van de toekomst van de patiënten. Feit is dat in de transformatie van de gezondheidszorg ziekenhuisbedden afgebouwd moeten worden. Iedereen die hiervoor een opening maakt krijgt onze steun. Natuurlijk zijn wij ons wel bewust van de complexiteit van deze materie. Niemand zal trouwens verkondigen dat we morgen van de één op de andere dag 5 of 10 ziekenhuizen moeten sluiten.Wat we nodig hebben is dat duidelijk doel. Als het doel bepaald is en de tijdslijn uitgetekend dan ben ik ervan overtuigd dat we onze collega's mee krijgen in dit verhaal. Onze collega's specialisten zijn er immers ook van overtuigd dat er zaken moeten veranderen. Dat de zorg naar een hoger niveau kan gebracht worden. Vandaag moeten we deze visie vastleggen. Een dergelijke gigantische transformatie vraagt immers 5 à 10 jaar tijd om waar te maken.Investeren en correct verlonenFeit is dat er eindelijk eens serieus moet geïnvesteerd worden in de uitbouw van de eerste lijn (de huisarts, de huisapotheek, de thuisverpleegkundige, ...). Dit betekent een shift van middelen en personeel van de tweede naar de eerste lijn. En er zal een andere financiering moeten komen voor de artsen. Wij kiezen daarbij voor een gemengd financieringssysteem met 60% financiering forfaitair/per capita, 30% per prestatie en 10% op basis van kwaliteitsdoelstellingen. Wij kiezen daarbij voor een billijke verloning voor elke arts, los van intellectuele of technische akten, die de jarenlange inkomensongelijkheid tussen artsen eindelijk uit de wereld moet helpen.Geen rad voor de ogenDie soms moeilijke boodschappen moet je als syndicaat durven geven. Blijven verkondigen dat alles wel zal kunnen blijven bestaan zoals het vandaag is, is de collega's een rad voor de ogen draaien. Daarom zal AADM deze boodschap consequent blijven brengen. We hebben hier geen politieke linken voor nodig en nog minder linken met verzekeringsinstellingen. Wel hebben we de linken met de artsen op het veld. Zij zijn de echte deskundigen.AADM heeft een nieuw, constructief toekomstproject voor de eerste en tweede lijn zodat alle artsen ook binnen 10, 20, 30 of 40 jaar hun job nog met ongelooflijk veel goesting en een onnavolgbare toewijding voor hun patiënten kunnen blijven uitvoeren.Roel Van Giel, Voorzitter van Domus Medica