...

De analyse die het Riziv uitvoerde, en die op de Nationale Commissie Artsen-Ziekenfondsen voorlag, had betrekking op 2014 voor de facturatiegegevens van patiënten (en op het jaar 2015 voor analyse van de bedragen per artsenspecialisme). In 2014 werden goed twee miljoen patiënten in het ziekenhuis opgenomen - in totaal ging het om 3,6 miljoen opnames, inclusief het dagziekenhuis. Nogal wat patiënten verbleven meer dan één keer in het ziekenhuis - gemiddeld 1,8 opnamen per patiënt in dat jaar.In totaal 473.423 patiënten (23%) ontvingen een factuur voor ereloonsupplementen. De helft betaalde in dat jaar 686 euro of meer voor ereloonsupplementen (dat is de mediaan). Vijf procent betaalde meer dan 3.390 euro (=P95) en één procent meer dan 7.138 euro (=P99). 14% van de patiënten die in 2014 minstens één keer in het ziekenhuis belandden, kregen achteraf een factuur voor erelonen van meer dan 2.000 euro. Bij 24 patiënten liep de factuur op tot meer dan 30.000 euro. Het gemiddelde bedroeg 1.081 euro (vergelijk dat met de mediaan).Het aantal keren dat een supplement wordt aangerekend, varieert sterk van specialisme tot specialisme: vooral anesthesisten, chirurgen en gynaecologen vragen vaak een supplement. Het supplement dat wordt aangerekend bedraagt vaak 200% van het Riziv-honorarium voor de prestatie (in 29% van de gevallen) - het kan ook 100%, 300% of 150% bedragen. Maar de basisprestatie binnen de ziekenhuisopname is niet altijd het meest doorslaggevend voor wat de patiënt bijbetaalt. De cumulatie van andere (herhaalde) prestaties en de duur van het ziekenhuisverblijf zijn niet zelden bepalend.Bvas-voorzitter Marc Moens noemt de analyse erg interessant. Zijn syndicaat verdedigt de vrijheid van honorarium. "Maar het zijn excessen die de situatie kunnen verzieken", luidt zijn conclusie.Lees het vervolg in uw krant van vandaag.