Het aantal langdurig zieken piekt nog maar eens, zo vertellen ons recente cijfers van Acerta. De stijgende trend zet zich al jaren door. De re-integratiewet moet het tij keren. Ongeveer drie op de vier re-integratietrajecten leidt echter tot ontslag om medische overmacht. Dat nu ook de ziekenfondsen bestraft worden als ze hun leden niet voldoende aan deze ontslagmachine blootstellen, bevestigt wat al te vermoeden viel. Aan de re-integratiewetgeving hangt een ideologisch geurtje. Ze is in de eerste plaats een handig instrument voor werkgevers om hun personeelslijsten op te schonen. Weerwerk organiseerde samen met het ABVV eind maart een studiedag over re-integratie. Conclusie: het debat zit aan de bron verkeerd.

De omstreden wet werd eind 2016 door minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Maggie De Block (Open VLD) in het leven geroepen. De inzet leek toe te juichen. Langdurig zieke werknemers bijkomend en op maat begeleiden en waar mogelijk re-integreren op de werkvloer, al dan niet met aangepast werk. Spijtig genoeg vertelde de eerste evaluatie van de re-integratieprocedure in 2017 een ander verhaal.

Niet minder dan 71% van de opgestarte trajecten leidt tot ontslag om medische overmacht. Van de mogelijkheid om langdurig zieke werknemers definitief ongeschikt te verklaren, wordt gretig gebruik gemaakt. Het is daarbij onze ervaring dat ook werknemers met een tijdelijke aandoening die in principe op termijn terug aan de slag zouden kunnen, zoals het geval is bij een burn-out, eveneens hun ontslag om medische overmacht gepresenteerd krijgen.

De re-integratiewetgeving is in de eerste plaats een handig instrument voor werkgevers om hun personeelslijsten op te schonen

Nuance is uiteraard op zijn plaats. Veel werkgevers spannen zich wel degelijk in om langdurig zieke werknemers op een duurzame manier terug op de werkvloer te krijgen. Tegelijk is dit het cynische aan de zaak. Deze mogelijkheid bestond al lang voor het moment dat de huidige re-integratiewetgeving het daglicht zag. De overgrote meerderheid van de geslaagde re-integraties gebeurt buiten het officiële re-integratietraject om.

De arbeidsgeneesheer speelde en speelt hierbij een belangrijke rol. Hij kan op een informele manier inschatten welke taken een zieke werknemer nog kan uitvoeren en deze in overleg met de werkgever op maat voorzien. Zieke werknemers die terug aan het werk willen, nemen dus best contact op met hun vakbondsafgevaardigde en met hun arbeidsgeneesheer, buiten alle formele procedures om die de zogenaamde re-integratiewet voorziet.

Door de arbeidsgeneesheer in het bad van de officiële re-integratieprocedure te trekken, dat ontslag om medische redenen als expliciete maatregel voorziet, wordt de bemiddelende rol van de arbeidsgeneesheer en van de arbeidsgeneeskunde tout court op de helling gezet. Deze krijgt steeds meer het aura van een controlerende en bestraffende autoriteit. Arbeidsgeneesheren die hun best doen om werknemers te re-integreren worden in een rol geduwd die niet de hunne is en verliezen het vertrouwen van hun patiënten, de zieke werknemers. Dit bemoeilijkt een duurzame re-integratie van langdurig zieke werknemers en is een gemiste kans om de arbeidsgeneeskunde te herwaarderen.

Arbeidsgeneesheren die hun best doen om werknemers te re-integreren worden in een rol geduwd die niet de hunne is en verliezen het vertrouwen van hun patiënten, de zieke werknemers

Enkele weken geleden deed minister De Block er nog een schepje bovenop. Via een nota kondigde ze aan dat de toelage die ziekenfondsen krijgen, afhankelijk wordt van het aantal re-integratietrajecten dat deze opstarten. Na de arbeidsgeneesheer, worden nu ook de adviserende geneesheren van de ziekenfondsen een controlerende rol toebedeeld. De principes van solidariteit waar de ziekenfondsen van oudsher op steunen, worden verder ondergraven.

Het wordt alsmaar duidelijker dat er met de re-integratiewetgeving meer aan de hand is dan een verkeerd gelopen poging om langdurig zieke werknemers terug de werkvloer op te krijgen. Om het scherp te stellen: de re-integratiewet heeft niets te maken met re-integratie maar is de facto een versoepeling van de ontslagwetgeving. Het is een instrument voor kwaadwillige werkgevers die hun personeelslijst willen opschonen.

De nieuwe re-integratieprocedure van minister De Block wordt door de vakbonden terecht een ontslagmachine genoemd. Ze is een ramp, zowel voor de zieke werknemer, de arbeidsgeneeskunde als de ziekenfondsen.

Als artsen is het onze ervaring dat de meeste langdurig zieke werknemers niets liever willen dan terug aan de slag te gaan. De meeste collega's huisartsen, specialisten en arbeidsgeneesheren, samen met de vakbondsafgevaardigden, doen erg hun best om hen daarbij te helpen. Het is echter een realiteit dat de werkdruk op de doorsnee Vlaamse werkvloer steeds hoger ligt, de moedwillige onderbezetting van personeel steeds prangender is en de eis naar efficiëntie steeds dwingender. De aanpak van het probleem van langdurig zieke werknemers ligt aan de bron verkeerd.

De conclusie van de studiedag over re-integratie die Weerwerk samen met het ABVV organiseerde eind maart, zette het probleem in zijn context. Steeds wordt ingezet op repressie en controle in plaats van op preventie. De oorzaak van het probleem, een steeds hogere werkdruk, blijft buiten beeld. Zolang dit debat niet gevoerd kan worden, zal het aantal mensen die langdurig ziek zijn, niet dalen.

Het aantal langdurig zieken piekt nog maar eens, zo vertellen ons recente cijfers van Acerta. De stijgende trend zet zich al jaren door. De re-integratiewet moet het tij keren. Ongeveer drie op de vier re-integratietrajecten leidt echter tot ontslag om medische overmacht. Dat nu ook de ziekenfondsen bestraft worden als ze hun leden niet voldoende aan deze ontslagmachine blootstellen, bevestigt wat al te vermoeden viel. Aan de re-integratiewetgeving hangt een ideologisch geurtje. Ze is in de eerste plaats een handig instrument voor werkgevers om hun personeelslijsten op te schonen. Weerwerk organiseerde samen met het ABVV eind maart een studiedag over re-integratie. Conclusie: het debat zit aan de bron verkeerd.De omstreden wet werd eind 2016 door minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Maggie De Block (Open VLD) in het leven geroepen. De inzet leek toe te juichen. Langdurig zieke werknemers bijkomend en op maat begeleiden en waar mogelijk re-integreren op de werkvloer, al dan niet met aangepast werk. Spijtig genoeg vertelde de eerste evaluatie van de re-integratieprocedure in 2017 een ander verhaal. Niet minder dan 71% van de opgestarte trajecten leidt tot ontslag om medische overmacht. Van de mogelijkheid om langdurig zieke werknemers definitief ongeschikt te verklaren, wordt gretig gebruik gemaakt. Het is daarbij onze ervaring dat ook werknemers met een tijdelijke aandoening die in principe op termijn terug aan de slag zouden kunnen, zoals het geval is bij een burn-out, eveneens hun ontslag om medische overmacht gepresenteerd krijgen. Nuance is uiteraard op zijn plaats. Veel werkgevers spannen zich wel degelijk in om langdurig zieke werknemers op een duurzame manier terug op de werkvloer te krijgen. Tegelijk is dit het cynische aan de zaak. Deze mogelijkheid bestond al lang voor het moment dat de huidige re-integratiewetgeving het daglicht zag. De overgrote meerderheid van de geslaagde re-integraties gebeurt buiten het officiële re-integratietraject om. De arbeidsgeneesheer speelde en speelt hierbij een belangrijke rol. Hij kan op een informele manier inschatten welke taken een zieke werknemer nog kan uitvoeren en deze in overleg met de werkgever op maat voorzien. Zieke werknemers die terug aan het werk willen, nemen dus best contact op met hun vakbondsafgevaardigde en met hun arbeidsgeneesheer, buiten alle formele procedures om die de zogenaamde re-integratiewet voorziet. Door de arbeidsgeneesheer in het bad van de officiële re-integratieprocedure te trekken, dat ontslag om medische redenen als expliciete maatregel voorziet, wordt de bemiddelende rol van de arbeidsgeneesheer en van de arbeidsgeneeskunde tout court op de helling gezet. Deze krijgt steeds meer het aura van een controlerende en bestraffende autoriteit. Arbeidsgeneesheren die hun best doen om werknemers te re-integreren worden in een rol geduwd die niet de hunne is en verliezen het vertrouwen van hun patiënten, de zieke werknemers. Dit bemoeilijkt een duurzame re-integratie van langdurig zieke werknemers en is een gemiste kans om de arbeidsgeneeskunde te herwaarderen.Enkele weken geleden deed minister De Block er nog een schepje bovenop. Via een nota kondigde ze aan dat de toelage die ziekenfondsen krijgen, afhankelijk wordt van het aantal re-integratietrajecten dat deze opstarten. Na de arbeidsgeneesheer, worden nu ook de adviserende geneesheren van de ziekenfondsen een controlerende rol toebedeeld. De principes van solidariteit waar de ziekenfondsen van oudsher op steunen, worden verder ondergraven. Het wordt alsmaar duidelijker dat er met de re-integratiewetgeving meer aan de hand is dan een verkeerd gelopen poging om langdurig zieke werknemers terug de werkvloer op te krijgen. Om het scherp te stellen: de re-integratiewet heeft niets te maken met re-integratie maar is de facto een versoepeling van de ontslagwetgeving. Het is een instrument voor kwaadwillige werkgevers die hun personeelslijst willen opschonen.De nieuwe re-integratieprocedure van minister De Block wordt door de vakbonden terecht een ontslagmachine genoemd. Ze is een ramp, zowel voor de zieke werknemer, de arbeidsgeneeskunde als de ziekenfondsen.Als artsen is het onze ervaring dat de meeste langdurig zieke werknemers niets liever willen dan terug aan de slag te gaan. De meeste collega's huisartsen, specialisten en arbeidsgeneesheren, samen met de vakbondsafgevaardigden, doen erg hun best om hen daarbij te helpen. Het is echter een realiteit dat de werkdruk op de doorsnee Vlaamse werkvloer steeds hoger ligt, de moedwillige onderbezetting van personeel steeds prangender is en de eis naar efficiëntie steeds dwingender. De aanpak van het probleem van langdurig zieke werknemers ligt aan de bron verkeerd. De conclusie van de studiedag over re-integratie die Weerwerk samen met het ABVV organiseerde eind maart, zette het probleem in zijn context. Steeds wordt ingezet op repressie en controle in plaats van op preventie. De oorzaak van het probleem, een steeds hogere werkdruk, blijft buiten beeld. Zolang dit debat niet gevoerd kan worden, zal het aantal mensen die langdurig ziek zijn, niet dalen.