...

Medio februari organiseerde de Artsenkring Halle en Omgeving haar traditionele jaarlijkse congres. Het thema was 'Huisarts versus overheid'. De kring hanteerde een originele formule. Actuele huisartsenproblemen legde men voor aan een vast panel van drie huisartsen uit de regio en aan vertegenwoordigers van de overheid, de ziekenfondsen, de administratie en de ziekenhuizen. Via de sociale media kon de zaal actief participeren. In de zaal beschikten 60 huisartsen over een 'stembakje' waarmee ze hun mening ventileerden.Derde betalerZo kantte 63% van de (60) huisartsen zich tegen de afschaffing van het remgeld in de regeling derde betaler; 31% was voor en 6% had geen mening. Patrick Simons, huisarts in Halle, vond het denigrerend om één euro remgeld te moeten vragen. "Het schiet ook zijn doel voorbij want het ontmoedigt niet echt. Als de overheid zo sociaal is, waarom schaft ze het remgeld dan niet meteen af?", dixit Simons. Maar volgens prof. huisartsgeneeskunde Dirk Devroey, adviseur bij minister De Block (Open VLD) is dat niet het punt. "De euro samen met het af te leveren document wil de patiënt responsabiliseren. Tevens mag die ene euro geen hinderpaal vormen op het gebruik van gezondheidszorg. En om het toegankelijk te houden is er nog altijd de maximumfactuur." Dokter Simons noemde de hele procedure weinig respectvol (zie inleiding). Zijn Halse collega Nele Vermeersch beaamde dat. "Niets betalen is dan eleganter", voegde ze eraan toe. Paul Callewaert, algemeen secretaris van het Nationaal Verbond van Socialistische Mutualiteiten, herinnerde eraan dat verschillende tarieven mogelijk zijn. "Voor het socialistische ziekenfonds moet de eerstelijn zo toegankelijk mogelijk zijn en voor de patiënt gratis. Echt afremmen doet dit remgeld inderdaad niet, voor sommigen is het eerder drempelgeld. Waar ik hoe dan ook faliekant tegen ben, is dat het ziekenfonds het incassobureau wordt van de huisarts. Dat moeten we vermijden." De ziekenfonds-topman kreeg meteen lik op stuk van dokter Simoens. "Momenteel vervult de huisarts zowat de functie van loketbediende. En vroeger waren alle patiënten gelijk, nu zijn er twee of drie 'soorten'. Dat werkt evenzeer stigmatiserend." Paul Callewaert wierp op dat dit enkel klopt in een manueel systeem. "Huisartsen zijn nu toch wel geïnformatiseerd en enkel de huisarts ziet op zijn scherm het betalingstype. En dus is er geen probleem."Niet-planbare zorgHet Kenniscentrum en het kabinet De Block toonden zich eerder al voorstander van huisartsenwachtposten op de campus van de ziekenhuizen. Op die manier kan niet-planbare zorg beter worden opgevangen. De mini-peiling in Halle toonde aan dat een ruime meerderheid van huisartsen het daarmee alvast niet eens is. Slechts 5% van de 60 respondenten in de zaal zag wachtposten functioneren in het ziekenhuis en voor 27% kon een wachtpost op de campus door de beugel. Liefst 68% was voorstander van wachtposten die los/onafhankelijk van het ziekenhuis werken. Dokter Marc Geboers (Zorgnet-Icuro) legde uit hoe zijn organisatie de huisartsenwachtpost ziet als partner in de niet-planbare zorg. "De beste manier is een inplanting in de nabijheid van het ziekenhuis. Ruimtelijke nabijheid geeft interactie, overleg en protocols meer kans op slagen. De samenwerking tussen de meer algemene wachtpost en het technische aanbod van de spoed is positief", dixit Geboers.Tot slot kon gestemd worden over de vraag wie de wachtdiensten best organiseert. Een ruime meerderheid van huisartsen (71%) toonde zich voorstander van kringen die hierover zelf kunnen beslissen. Een kwart van de respondenten was van mening dat de overheid dit moet sturen en 4% had geen mening. Dokter Dirk Devroey: "Het komt aan de overheid toe om het kader uit te tekenen en de wachtdienstorganisatie te uniformiseren. De audit hierover is weldra klaar. Voor minister De Block is de organisatie, wie het doet en hoe, een lokale aangelegenheid. Het financieel kader waarbinnen dat gebeurt, tekent de overheid echter uit."AchterhaaldCirca 30% van de huisartsen met een stembakje gaf de voorkeur aan het huidige (vrije) systeem van echelonnering, 36% ging voor een strakke organisatie op zijn Nederlands -waarbij men specialistische zorg enkel terugbetaalt als de patiënt is doorverwezen- en 34% zag een 'zachte' vorm wel zitten. Maar Nele Vermeersch vond een strak systeem in de Belgische context niet realistisch. Dirk Devroey tot slot noemde de echelonnering "een beetje een achterhaald begrip". Professor Devroey: "In het verleden was de finaliteit uitsluitend acute zorg. Nu en in de toekomst gaat het meer over chronische problemen. Dat vereist een heel andere organisatie met onder meer een goede samenwerking van huisartsen met specialisten en verpleegkundigen. Mettertijd moeten de muren tussen de echelons gesloopt worden en de lijnen verdwijnen. Dat is een natuurlijk proces."