...

Eigenlijk had de activiteitsdrempel ook dit jaar al van toepassing zijn, maar dat bleek kort na het verschijnen van het akkoord in het Staatsblad, praktisch niet meer haalbaar. Vanaf 2017 wordt dit onderdeel van het akkoord toch uitgevoerd.Artsen hebben alleen recht op het volledige bedrag van het 'sociaal statuut' als ze een minimumactiviteit bewijzen. Dat bewijs wordt geleverd aan de hand van het bedrag dat ze ontvingen voor terugbetalingen van nomenclatuurprestaties: dat moet boven een per specialisme vastgesteld bedrag liggen.Het KB bevat ook de tabel met deze bedragen per specialisme. Deze schommelen tussen 25.000 euro en 75.000 euro. De laagste activiteitsdrempel geldt bijvoorbeeld voor huisartsen, (neuro)psychiaters en plastisch chirurgen. Acht specialismen komen aan de hoogste activiteitsdrempel - de rest zit er tussenin.Ook artsen die gedeeltelijk geconventioneerd zijn, en een lager bedrag ontvangen voor hun sociaal statuut, moeten om recht te hebben op dit bedrag boven de activiteitsdrempel zitten.Er is ook een verlaagde activiteitsdrempel per specialisme vastgelegd, die maar de helft bedraagt van de gewone activiteitsdrempel voor dat specialisme. Artsen die niet genoeg terugbetalingen van het Riziv ontvingen om de activiteitsdrempel van hun specialisme te behalen, maar wel boven de verlaagde activiteitsdrempel zitten, krijgen hetzelfde bedrag voor hun sociaal statuut als de gedeeltelijk geconventioneerde artsen.Het KB stelt ook het bedrag vast van het sociaal statuut in 2017. Dat komt uit op 4.790,23 euro voor artsen die toetraden tot het akkoord en aan alle voorwaarden voldoen. Voor gedeeltelijk geconventioneerden gaat het om 2.259,67 euro.