Het bedrag van 250.000 euro komt uit de overheidssector, maar zou moeten afgestemd worden op en gelinkt aan de werkomstandigheden om een vergelijking mogelijk te maken. Een verloning evalueer je in functie van de prestaties, met name het aantal werkuren, nacht- en weekendwerk, verantwoordelijkheid, aansprakelijkheid, risico's, beroepskosten. Ze hangt ook samen met de duur en de zekerheid van de loopbaan. Ook moet je er fictief het uitgestelde loon bijtellen dat er mee samenhangt maar niet meteen zichtbaar is: het pensioenbedrag en het aandeel van de financiering daarvan dat niet ten laste valt van de werknemer.

Het uurloon

250.000 euro in een 38-urenweek komt neer op 138 euro per uur, wachtdiensten en overuren inbegrepen. In 2012 bleek uit een KCE-studie dat een Nederlandse specialist 139 euro per uur verdiende, volgens het barema van 2008. Daar zitten we nu dus onder, gezien de indexering van de gegevens in de studie, tien jaar geleden.

Het inkomen aftoppen betekent het werk aftoppen: de arts zou zijn activiteit dan moeten beperken tot het uurrooster waarvoor hij vergoed wordt. Als je vergelijkt met de overheidssector, zouden de beroepskosten daarnaast grotendeels moeten gedragen worden door de gebruiker, met name door de halvering van de sociale lasten voor de arts, de financiering van de aansprakelijkheidsverzekering, de verplaatsingsonkosten, enz.

Duur en stabiliteit van de loopbaan

Verder moet je de duur van de betaalde loopbaan vergelijken met de verloning. De geneeskundeopleiding duurt lang en wordt gevolgd door drie tot zes jaar stage. In die periode krijgen artsen hoogstens 3.000 euro per maand als assistent voor 60 uur werk per week, zonder overigens pensioenrechten op te bouwen. De loopbaan van zelfstandige of loontrekkende begint concreet tussen 28 en 32 jaar. Met name in ziekenhuizen stopt die op 65 jaar, na amper 33 jaar werken.

Geld is niet de motivatie voor een beroep, maar gratis werken is wel demotiverend

En dan hebben we het nog niet over de risico's inzake gezondheid en burn-out of ontslag. Werkzekerheid is een financieel aantrekkelijk voordeel. Net omwille van die werkzekerheid staat de verloning in de overheidssector op een lager niveau dan in de privé, een verschil dat voor de hogere functies evenwel grotendeels verdwenen is.

Pensioen, een uitgesteld loon

Bij elke verloning moet alleszins het uitgestelde loon in de vorm van het pensioen bijgerekend worden, een soort van gedwongen spaarpot, die je op latere leeftijd ontvangt als rente gedurende 20 jaar of nu zelfs langer. Het pensioen van een ambtenaar valt grotendeels ten laste van het overheidsbudget, naast de verloning.

Krijgt een zelfstandige een gemiddeld pensioen van 800 euro, dan is dat 1.220 voor een loontrekkende en 2.260 voor een ambtenaar. Voor die laatste wordt het pensioen berekend op basis van het loon gedurende de zes laatste jaren, terwijl het in de privé over de hele loopbaan gaat. Het ambtenarenpensioen is wel begrensd op 61.861 euro (5.155 euro per maand), wat overeenkomt met het vijfvoud van het bedrag voor een zelfstandige...

Om een pensioen te bekomen dat dat van een hoge ambtenaar evenaart, moet een zelfstandige arts elk jaar - naast de 250.000 euro waarop de wettelijke pensioenbijdrage wordt ingehouden - over voldoende bijkomende netto-inkomsten beschikken om ofwel gigantische premies voor een levensverzekering te betalen, ofwel om in 33 of 40 jaar een kapitaal op te bouwen dat jaarlijks zo'n 40.000 euro interesten oplevert om het wettelijke pensioen aan te vullen.

Zorgrantsoenering als gevolg

Blijft er nog een vraag: wat zijn de gevolgen van dit voorstel? Door een aftopping zouden er minder prestaties worden uitgevoerd die niet meer betaald worden zodra het plafond bereikt is. Neem een gerenommeerde oogarts die in zijn praktijk aan de lopende band cataractoperaties uitvoert. Als hij het plafond van 250.000 euro heeft bereikt, zal hij logischerwijze stoppen met werken. Tot groot plezier van de verzekeringsinstellingen, de ziekenfondsen inbegrepen.

Als een arts het plafond van 250.000 euro heeft bereikt, zal hij logischerwijze stoppen met werken. Maar kom dan niet klagen dat het, zoals in sommige andere landen, zes maanden duurt voor een afspraak

Maar kom dan niet klagen dat het zoals in sommige andere landen zes maanden duurt voor je een afspraak bij een oogarts kan bekomen. En dat fenomeen zal zich in alle disciplines voordoen. Geld is niet de motivatie voor een beroep, maar gratis werken is wel demotiverend: meer werken voor minder geld is geen positieve slogan.

De inkomens aftoppen kan zo overkomen als een onrechtstreekse manier om het aanbod in te perken, een softe vorm van zorgrantsoenering. Blijft nog een maximum quota patiënten toe te kennen aan elke arts om binnen de grenzen te blijven... of maak er allemaal ambtenaren van met het bijhorende statuut. Dan kunnen we een vergelijking maken.

Het bedrag van 250.000 euro komt uit de overheidssector, maar zou moeten afgestemd worden op en gelinkt aan de werkomstandigheden om een vergelijking mogelijk te maken. Een verloning evalueer je in functie van de prestaties, met name het aantal werkuren, nacht- en weekendwerk, verantwoordelijkheid, aansprakelijkheid, risico's, beroepskosten. Ze hangt ook samen met de duur en de zekerheid van de loopbaan. Ook moet je er fictief het uitgestelde loon bijtellen dat er mee samenhangt maar niet meteen zichtbaar is: het pensioenbedrag en het aandeel van de financiering daarvan dat niet ten laste valt van de werknemer.Het uurloon250.000 euro in een 38-urenweek komt neer op 138 euro per uur, wachtdiensten en overuren inbegrepen. In 2012 bleek uit een KCE-studie dat een Nederlandse specialist 139 euro per uur verdiende, volgens het barema van 2008. Daar zitten we nu dus onder, gezien de indexering van de gegevens in de studie, tien jaar geleden. Het inkomen aftoppen betekent het werk aftoppen: de arts zou zijn activiteit dan moeten beperken tot het uurrooster waarvoor hij vergoed wordt. Als je vergelijkt met de overheidssector, zouden de beroepskosten daarnaast grotendeels moeten gedragen worden door de gebruiker, met name door de halvering van de sociale lasten voor de arts, de financiering van de aansprakelijkheidsverzekering, de verplaatsingsonkosten, enz.Duur en stabiliteit van de loopbaanVerder moet je de duur van de betaalde loopbaan vergelijken met de verloning. De geneeskundeopleiding duurt lang en wordt gevolgd door drie tot zes jaar stage. In die periode krijgen artsen hoogstens 3.000 euro per maand als assistent voor 60 uur werk per week, zonder overigens pensioenrechten op te bouwen. De loopbaan van zelfstandige of loontrekkende begint concreet tussen 28 en 32 jaar. Met name in ziekenhuizen stopt die op 65 jaar, na amper 33 jaar werken. En dan hebben we het nog niet over de risico's inzake gezondheid en burn-out of ontslag. Werkzekerheid is een financieel aantrekkelijk voordeel. Net omwille van die werkzekerheid staat de verloning in de overheidssector op een lager niveau dan in de privé, een verschil dat voor de hogere functies evenwel grotendeels verdwenen is. Pensioen, een uitgesteld loonBij elke verloning moet alleszins het uitgestelde loon in de vorm van het pensioen bijgerekend worden, een soort van gedwongen spaarpot, die je op latere leeftijd ontvangt als rente gedurende 20 jaar of nu zelfs langer. Het pensioen van een ambtenaar valt grotendeels ten laste van het overheidsbudget, naast de verloning. Krijgt een zelfstandige een gemiddeld pensioen van 800 euro, dan is dat 1.220 voor een loontrekkende en 2.260 voor een ambtenaar. Voor die laatste wordt het pensioen berekend op basis van het loon gedurende de zes laatste jaren, terwijl het in de privé over de hele loopbaan gaat. Het ambtenarenpensioen is wel begrensd op 61.861 euro (5.155 euro per maand), wat overeenkomt met het vijfvoud van het bedrag voor een zelfstandige...Om een pensioen te bekomen dat dat van een hoge ambtenaar evenaart, moet een zelfstandige arts elk jaar - naast de 250.000 euro waarop de wettelijke pensioenbijdrage wordt ingehouden - over voldoende bijkomende netto-inkomsten beschikken om ofwel gigantische premies voor een levensverzekering te betalen, ofwel om in 33 of 40 jaar een kapitaal op te bouwen dat jaarlijks zo'n 40.000 euro interesten oplevert om het wettelijke pensioen aan te vullen.Zorgrantsoenering als gevolgBlijft er nog een vraag: wat zijn de gevolgen van dit voorstel? Door een aftopping zouden er minder prestaties worden uitgevoerd die niet meer betaald worden zodra het plafond bereikt is. Neem een gerenommeerde oogarts die in zijn praktijk aan de lopende band cataractoperaties uitvoert. Als hij het plafond van 250.000 euro heeft bereikt, zal hij logischerwijze stoppen met werken. Tot groot plezier van de verzekeringsinstellingen, de ziekenfondsen inbegrepen.Maar kom dan niet klagen dat het zoals in sommige andere landen zes maanden duurt voor je een afspraak bij een oogarts kan bekomen. En dat fenomeen zal zich in alle disciplines voordoen. Geld is niet de motivatie voor een beroep, maar gratis werken is wel demotiverend: meer werken voor minder geld is geen positieve slogan. De inkomens aftoppen kan zo overkomen als een onrechtstreekse manier om het aanbod in te perken, een softe vorm van zorgrantsoenering. Blijft nog een maximum quota patiënten toe te kennen aan elke arts om binnen de grenzen te blijven... of maak er allemaal ambtenaren van met het bijhorende statuut. Dan kunnen we een vergelijking maken.